thema 'De familie' les 3

Thema 'de familie'
les 3
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 'de familie'
les 3

Slide 1 - Slide

woordenschatlessen op A2-niveau ter voorbereiding op het inburgeringsexamen.
groeien
De baby is dit jaar 5 centimeter gegroeid.

oppassen
Als de ouders weg moeten, past hun nichtje op de baby.

Slide 2 - Slide

De leerlingen schrijven de woorden in een woordenschrift en zetten eventueel de vertaling erbij. 

kennen
Ik ken hem van school.
Ik ken alle nieuwe woorden.
ontmoeten
Ik ken haar, maar ik heb haar nooit ontmoet.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

houden van
Zij houdt heel veel van haar ouders.
noemen
Ik noem de namen van alle leerlingen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

verjaardag vieren
Morgen vier ik mijn verjaardag. Ik nodig je uit.
heten
Onze nieuwe collega heet John.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

op visite
Morgen ga ik op visite bij mijn tante.
op bezoek
Zij ging op bezoek bij haar nichtje in het ziekenhuis.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

de ruzie
Hij heeft ruzie met zijn vriend. Ze praten niet meer met elkaar.
homoseksueel
Een homoseksuele man houdt van mannen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

aardig
Die aardige man groet mij altijd.
gepensioneerd
Toen hij 65 werd, werd hij gepensioneerd.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

betekenissen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

betekenissen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Maak een zin met het woord
"groeien".

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met het woord
"kennen".

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met het woord
"ontmoeten".

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met het woord
"heten".

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met het woord
"op visite".

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met het woord
"aardig".

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met het woord
"homoseksueel".

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met het woord
"gepensioneerd".

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Maak een zin met het woord
"ruzie".

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Werkvorm 1 - in duo's
Je krijgt van de docent een stapel kaartjes met plaatjes.
Je draait om de beurt een kaartje om en vertelt wat er op het kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Werkvorm 2 - mix en ruil
Iedereen krijgt van de docent een kaartje met een plaatje. 
Als de docent zegt: 'start!' loopt iedereen door de klas.
Als de docent zegt; 'stop!' dan sta je stil en bespreekt met de persoon die bij jou in de buurt staat wat op je kaartje staat. Je geeft ook de betekenis van het woord en een voorbeeldzin.
Ben je klaar? Ruil de kaartjes en wacht totdat de docent weer zegt: 'start!'

Slide 21 - Slide

This item has no instructions