Britse rijk - leidende vraag 3 - Les 2 Industrieel kapitalisme en de Reform bill

LV3 - 2. Industrieel kapitalisme en de Reform bill
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

LV3 - 2. Industrieel kapitalisme en de Reform bill

Slide 1 - Slide

SE

Britse rijk (6 vragen)
en tijdvak 5/6/7/8 (3 vragen)
Leerstof

- examenkatern historische contexten
- presentaties in teams
- Opdrachten examentraining
- samenvattingsschema's
-syllabus
- tijdvakkenboekje + handboek

Slide 2 - Slide

Wat wil je nu doen (voor geschiedenis natuurlijk)
Samenvatting maken
oefentoets maken
opdrachten uit het boek maken
kahoot
een planning maken
Opschrijven wat ik nog niet weet
kenmerkende aspecten leren
ergens uitleg over
verplichte jaartallen
quizje

Slide 3 - Poll

verplichte jaartallen lv 3

vanaf 1750
1832
1833
rond 1850
1851
1870
1900
begrippen en personen

Robert Owen
industrieel kapitalisme
vrijhandel
Modern imperialisme
industriele revolutie
spinning jenny
Reform bill
Factory act

Slide 4 - Slide

Wat was niet een oorzaak van de industriële revolutie?
A
Huisnijverheid: boeren wilden meer machines
B
Grondstoffen: grote hoeveelheden steenkool en ijzererts, en katoen uit de kolonies.
C
Verbeteringen in de landbouw leidden tot een voedsoverschot
D
Bevolkingsgroei: sterftecijfer daalde doordat er meer voedsel beschikbaar was

Slide 5 - Quiz

Vanaf welk jaar vond in Groot-Brittannië de industriële revolutie plaats?
A
1750
B
1850
C
1800
D
1900

Slide 6 - Quiz

Ontwikkelingen die de industrialisatie mogelijk maakten waren:
A
Overgaan van huisnijverheid naar werken in fabrieken.
B
Uitvindingen die het mogelijk maakten op grotere schaal te produceren.
C
Verbeteringen in de landbouw.
D
Groei van de bevolking als gevolg van verbeteringen in landbouw.

Slide 7 - Quiz

De bevolkingsgroei in Groot-Brittannië was een gevolg van:
A
Verbeteringen in de landbouw waardoor meer voedsel beschikbaar kwam.
B
De aanwezigheid van voldoende arbeiders.
C
Medische ontwikkelingen die ervoor zorgden dat mensen langer leefden.
D
Toenemende vraag naar industrie producten.

Slide 8 - Quiz

leerdoelen

Slide 9 - Slide

industrieel kapitalisme

Slide 10 - Slide

van handelskapitalisme naar industrieel kapitalisme

  • handelskapitalisme: winsten uit handel werden geïnvesteerd in de uitbreiding van handelsnetwerken, technische ontwikkelingen en transportmiddelen. 
  •  industrieel kapitalisme: de opkomst van de industrie zorgde ervoor dat winsten uit handel (en industrie) werden geïnvesteerd in een verdere uitbreiding van de industrie en in technische ontwikkelingen en infrastructuur. 

Slide 11 - Slide

Liberale markteconomie
desnoods met dwang

Slide 12 - Slide

Leerdoel
Je kan de betekenis van de reform bill voor ondernemers in de Britse steden beschrijven.

Slide 13 - Slide

Kenmerkend aspect

Slide 14 - Slide

Politieke macht voor ondernemers

Slide 15 - Slide

  • Districtenstelsel: Per district (soort provincie) werden er mensen gekozen om zitting te nemen in het parlement. 
  • Door de industriële revolutie was de bevolkingsdichtheid van de industriegebieden veranderd. 
  • Van oudsher had de (inmiddels veel mindere belangrijkere) adel veel te zeggen in de politiek
  • De fabriekseigenaren (ondernemers) wilden graag meer invloed in het parlement.



Politieke macht voor ondernemers

Slide 16 - Slide

Reform bill (2 wijzigingen)

Slide 17 - Slide

  • Men moest over een bepaalde hoeveelheid bezit en geld beschikken om te mogen stemmen.
  • - Het was dus vooral de gegoede burgerij, adel en fariekseigenaren die mochten stemmen.
  • - Arbeiders en ambachtslieden met weinig tot geen niet mochten niet stemmen
Wie mochten er stemmen?

Slide 18 - Slide

Reform Bill
Ondernemers wilden meer politieke invloed

Reform Bill (hervormingswet) = herziening kiessysteem (1832):
  • districten met veel platteland en steeds minder inwoners kregen minder zetels; 
  • bij de nieuwe industriesteden werden nieuwe districten opgezet met meer zetels; 
  • het kiesrecht werd uitgebreid voor kleinere ondernemers en winkeliers
GEVOLG?
  • De oude landadel op het platteland kreeg minder invloed.
  • De nieuwe industriëlen die in de steden leefden en werkten, kregen meer invloed.

Slide 19 - Slide

Politieke macht voor de ondernemers
  • De macht verschoof zo van het platteland en de adel naar de nieuwe industriegebieden met hun sterk groeiende steden.
  • Arbeiders profiteerden echter niet van de Reform Bill, zij hadden te weinig bezit om kiesrecht te verkrijgen.
  • Van de Reform Bill profiteerde vooral de gegoede burgerij en ondernemers in de industriesteden.

Slide 20 - Slide

Samenvatting
Ondernemers wilden meer politieke invloed. Die kregen zij met de Reform Bill in 1832

Slide 21 - Slide

Huiswerk
- Maak de examenvragen af en lever ze in.
- maak van paragraaf 1.3:

Slide 22 - Slide

Opdracht
  • Maak vraag 3 en 4 van de examenvragen
  • Je mag nog steeds je boek gebruiken.
  • Over 12 minuten nabespreken

  • Klaar? Ga verder met 1.3 vraag 1 en 2
timer
12:00

Slide 23 - Slide

Tot aan 1750 was er sprake van handelskapitalisme.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Leg uit wat het begrip industrieel kapitalisme betekent en vanaf wanneer daarvan sprake was.

Slide 25 - Open question

Door veranderingen in wereldhandel en opkomst industrie veranderde de rol van de overheid in economie:
A
Onjuist, de overheid beschermde de handel met de koloniën zoveel mogelijk.
B
Onjuist, er werd veel belasting geheven op import uit andere landen.
C
Juist, door industrieel kapitalisme ontstond liberale markteconomie.
D
Juist, fabrikanten wilden vrij kunnen handelen > grondstof en afzet.

Slide 26 - Quiz

In een liberale markteconomie moet de overheid zich zo min mogelijk met de economie bemoeien.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 27 - Quiz

Leg uit wat de invoering van de Reform Bill in 1832 te maken had met het ontstaan van de nieuwe sociale klassen rijke industriëlen.

Slide 28 - Open question