Groep D 20 mei 2021

• NT2
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Wat gaan we vandaag doen?

-Werkwoorden oefenen

- Het inversiespel

- Woorden DISK oefenen

blijven (ik, voltooid tijd)

1. ben bloven
2. heeft bleven
3. ben gebleven
4. geblijven

Liggen (hij, verleden tijd)

1. hij ligde
2. hij lag
3. hij legde
4. hij leidde

Krijgen (wij, voltooide tijd)

1. we zijn gekrijgd
2. we zijn gekregen
3. we hebben gekrijgd
4. we hebben gekregen

lezen (jullie, verleden tijd)

1. jullie lazen
2. jullie gelezen
3. jullie lozen
4. jullie leizen

Zwemmen (jij, tegenwoordige tijd)

1. Zwom jij?
2. Zwem jij?
3. Zwemt jij?
4. Zwomde jij?

verbieden (zij enkelvoud, verleden tijd)

1. Zij verboden
2. Zij verbaden
3. Zij verbood
4. Zij verboodt

Slapen (jullie, voltooide tijd)

1. Jullie hebben geslopen
2. Jullie hebben geslapen
3. Jullie zijn geslopen
4. Jullie zijn geslapen

brengen (jij, verleden tijd)

1. Jij bracht
2. Jij brocht
3. Jij gebrachten
4. Jij gebrochten

Beginnen (ik, verleden tijd)

1. Ik began
2. Ik begonnen
3. Ik beginde
4. Ik begon

Ik heb er lang over ............................
(nadenken)

Waarom ....................... je dat? (doen)

We hebben heerlijk ..........................! (eten)

De leerlingen hebben een thema ............................ (kiezen)

Hoe laat ...................... de zon vanmorgen op? (komen)

Louisa .................. twee paar schoenen.
(kopen)

wij zijn nog lang op het feest ...................... (blijven)

En toen ......................... de kikker een knappe prins. (worden)

De kinderen ................... naar de chocolaatjes. (zoeken)

De docent heeft met de ouders van Patricia ........................ (spreken)

Dion bleef thuis want hij ..................... hoofdpijn. (hebben)

IK heb de hik, want ik heb Cola ............................. (drinken)

Let op! We zijn ................................... (beginnen)

Inversie

Inversie =

Het verwisselen van het onderwerp en de persoonsvorm

In de volgende gevallen treedt inversie op:

- In een vraagzin

- Als de zin begint met een plaatsbepaling

- Als de zin begint met een tijdsbepaling

- Als de zin begint met extra informatie

We gaan nu inversie oefenen..