leçon 25_notre, votre, leur

Bonjour
Bonjour TV2H
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour
Bonjour TV2H

Slide 1 - Slide

Le programme:
        Aujourd'hui (=vandaag) :
- Apprendre les bezittelijke voornaamwoorden (2)
- Pratiquer la prononciation
- Jouer à "Qui est-ce?"









leçon 25

Slide 2 - Slide

De bezittelijke voornaamworden (2)
notre - nos
votre - vos
leur - leurs

Slide 3 - Slide

Maar eerst, een korte herhaling:
mon - ma - mes
ton - ta - tes
son - sa - ses

Slide 4 - Slide

Wat is belangrijk in het Frans om het juiste bezittelijke voornaamwoord te kiezen ?
A
het geslacht van het bezitter
B
het geslacht van het bezit (is het zelfstandig naamwoord dat erna komt vrouwelijk of mannelijk?)

Slide 5 - Quiz

Alice n'aime pas ___ frère. (zijn)
A
sa
B
son
C
ton
D
ma

Slide 6 - Quiz

... prof est sympa. (mijn - vrouw.)
A
mon
B
ton
C
sa
D
ma

Slide 7 - Quiz

... frère a les yeux bleus. (jouw)
A
mon
B
ton
C
sa
D
le

Slide 8 - Quiz

Lucas travaille avec __ soeur. (zijn)
A
sa
B
ton
C
ma
D
son

Slide 9 - Quiz

... salle de bains est grande ? (jouw)
A
son
B
ma
C
ta
D
la

Slide 10 - Quiz

... mère a les cheveux roux. (mijn)
A
son
B
ma
C
ta
D
sa

Slide 11 - Quiz

man.
vrouw.
meerv.
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn
son
sa
ses
haar
son
sa
ses
Wat valt je op?
enkelv.
meerv.
ons, onze
jullie, uw
hun

Slide 12 - Slide

Supplément, page 30
Vul de tabel in

Slide 13 - Slide

enkelv.
meerv.
ons, onze
notre
ons huis: notre maison
nos
onze buren: nos voisins
jullie, uw
votre 
uw kat: votre chien
jullie leraar: votre prof
vos
uw kinderen: vos enfants
jullie vrienden = vos amis
hun
leur
hun school: leur collège
leurs
hun boeken : leurs livres

Slide 14 - Slide

Supplément
- Exercice G page 30
timer
5:00

Slide 15 - Slide

Exercice G page 30:
  1. notre classe
  2. vos élèves
  3. leur collège
  4. nos livres
  5. leurs amies
  6. votre jardin
  7. nos profs
  8. leur père
  9. vos crayons
  10. votre clé

Slide 16 - Slide

Supplément, 
page 29
  • Parler français 3
  • Jouer à "Qui est-ce?"

Slide 17 - Slide

Les devoirs:
Apprendre: StudyGo 2-5 N-F + supplément, page 30, bezittelijke voornaamwoorden (notre, votre, leur)

Slide 18 - Slide