prefixes

Starting Position
       
       Book B
       Binder
       Pen/pencil
       Laptop

Phone in bag - Jacket off - Gum in waste bin 
      
timer
2:30
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Starting Position
       
       Book B
       Binder
       Pen/pencil
       Laptop

Phone in bag - Jacket off - Gum in waste bin 
      
timer
2:30
What are we going to do today?
- Prefixes

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesson goals: at the end of the lesson....
- We can recognise and use prefixes in sentences




Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat valt je op aan deze woorden?
impossible
unprepared
unwelcome
nonsense
disbelief
            harder
          dancer
          happiness
            drawing
    advertisement

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Wat valt je op aan deze woorden?
possible          impossible
prepared        unprepared
welcome        unwelcome
sense              nonsense
belief              disbelief

hard            harder
dance          dancer
happy          happiness
draw            drawing
advertise    advertisement

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Prefixes / Voorvoegsels
Komen voor het woord

Veranderen de betekenis van het woord

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

These prefixes all mean 'not' (niet) or
 'the opposite' (tegenovergestelde)
non-             sense -> nonsense
un-               used -> unused
im-               possible -> impossible
il-                  legal -> illegal
in-                compatible -> incompatible
ir-                 responsible -> irresponsible

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

welcome --> unwelcome
patient --> impatient
logical --> illogical
complete --> incomplete

Bovenstaande prefixes geven het woord een ___ betekenis.
A
negatieve
B
positieve
C
tegenovergestelde

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Re- means 'again' (opnieuw) or 'back' (terug)
act -> react
play -> replay
turn -> return
visit -> revisit

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

rebuild / return / redo / reminder /
response / recycle / recount

de prefix RE- kun je vaak vertalen met __ en __.
A
nieuw & verkeerd
B
terug & her
C
nog een keer & niet
D
terug & opnieuw

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

mis- / dis- 
Geven een woord een tegenovergestelde of negatieve betekenis.
mistake
disbelief
dislike
disrespect
misbehave
misheard



Slide 11 - Slide

This item has no instructions

misheard / disbelief / mistake / dislike / disrespect

de prefixes MIS- en DIS- geven een woord een ___ of ___ betekenis.
A
tegenovergestelde & negatieve
B
tegenovergestelde & dezelfde
C
tegenovergestelde & positieve

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

prefixes
non- / un- /  im- /  il- / ir- / in- 
Geven een woord een tegenovergestelde betekenis.

re- 
betekent opnieuw (again) of terug (back)

mis- / dis- 
geven een negatieve of tegenovergestelde betekenis aan een woord.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat komt er voor "possible"
A
Non
B
Dis
C
Im
D
Ir

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat komt er voor "sense"
A
Non
B
Un
C
Ir
D
Dis

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat komt er voor "appear"
A
Un
B
Dis
C
Non
D
Ir

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat komt er voor "play"
A
Mis
B
Re
C
Un
D
Ir

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Hoe maak je van onderstaande woord een woord met een tegenovergestelde betekenis? (schrijf het hele woord op)

____appear

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Hoe maak je van onderstaande woord een woord met een tegenovergestelde betekenis? (schrijf het hele woord op)

___correct

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Hoe maak je van onderstaande woord een woord met een tegenovergestelde betekenis? (schrijf het hele woord op)

___welcome

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Make a sentence using the word 'unwelcome'

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Hoe maak je van onderstaande woord een woord met een tegenovergestelde betekenis? (schrijf het hele woord op)

___complete

Slide 22 - Open question

This item has no instructions

Make a sentence using the word 'incomplete'

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

To be continued..... 
De volgende les gaan we het hebben over de suffixes

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Continue...

Slide 25 - Slide

This item has no instructions