taal thema 6; samengestelde werkwoorden

Leerdoelen

- Aan het einde van deze les kan ik scheidbare en onscheidbare werkwoorden herkennen en gebruiken
1 / 27
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leerdoelen

- Aan het einde van deze les kan ik scheidbare en onscheidbare werkwoorden herkennen en gebruiken

Slide 1 - Slide

Waar denk je aan bij scheidbare werkwoorden?

Slide 2 - Mind map

Noem voorbeelden van onscheidbare werkwoorden

Slide 3 - Mind map

Ik ............ je dit boek te lezen ( aanraden)
A
ik raad je aan dit boek te lezen
B
ik aanraad je dit boek te lezen

Slide 4 - Quiz

Schrijf het hele samengestelde werkwoord op:
je doet de deur niet goed dicht.

Slide 5 - Open question

Schrijf het hele samengestelde werkwoord op:
Je komt meteen terecht in een heftige windvlaag

Slide 6 - Open question

Schrijf het hele samengestelde werkwoord op:
Je maakt kennis met de hoofdpersonen.

Slide 7 - Open question

Schrijf het hele samengestelde werkwoord op:
De schrijver overdrijft alles flink.

Slide 8 - Open question

Schrijf het hele samengestelde werkwoord op:
Maar dat weerhoudt de lezer niet.

Slide 9 - Open question

Welk werkwoord is dit?
Overzien
A
onscheidbare samengesteld ww
B
scheidbare samengesteld ww
C
geen idee
D
allebei

Slide 10 - Quiz

Welk werkwoord is dit?
Samenwerken
A
onscheidbare samengesteld ww
B
scheidbare samengesteld ww
C
geen idee
D
allebei

Slide 11 - Quiz

Welk werkwoord is dit?
stofzuigen
A
onscheidbare samengesteld ww
B
scheidbare samengesteld ww
C
geen idee
D
allebei

Slide 12 - Quiz

Schrijf de zin op met de juiste vorm van het samengesteld ww:
Dit verhaal...... de lezer altijd. (bijblijven)

Slide 13 - Open question

Schrijf de zin op met de juiste vorm van het samengesteld ww:
Hij..... de lezer niet. (teleurstellen)

Slide 14 - Open question

Schrijf de zin op met de juiste vorm van het samengesteld ww:
Elk stukje...... je om verder te lezen. (overtuigen)

Slide 15 - Open question

Schrijf de zin op met de juiste vorm van het samengesteld ww:
De schrijver.... het geloofwaardig (opbouwen)

Slide 16 - Open question

Schrijf de zin op met de juiste vorm van het samengesteld ww:
Hij ..... het verhaal met beschrijvingen (volstoppen)

Slide 17 - Open question


A

Slide 18 - Quiz

Welk werkwoord is dit?
Opschrijven
A
onscheidbare samengesteld ww
B
scheidbaar samengesteld ww
C
geen idee
D
allebei

Slide 19 - Quiz

Welk werkwoord is dit?
voorstellen
A
onscheidbare samengesteld ww
B
scheidbaar samengesteld ww
C
geen idee
D
allebei

Slide 20 - Quiz

Welk werkwoord is dit?
glimlachen
A
onscheidbaar samengesteld ww
B
scheidbaar samengesteld ww
C
geen idee
D
allebei

Slide 21 - Quiz

Welk werkwoord is dit?
achtervolgen
A
onscheidbare samengestelde ww
B
scheidbare samengestelde ww

Slide 22 - Quiz

Welk werkwoord is dit?
mislukken
A
onscheidbare samengesteld ww
B
scheidbaar samengesteld ww

Slide 23 - Quiz

Schrijf een zin op met het werkwoord:
overdrijven.
Dit mag in de TT of VT

Slide 24 - Open question

Schrijf een zin op met het werkwoord:
ondergaan
Dit mag in de TT of VT

Slide 25 - Open question

Schrijf een zin op met het werkwoord:
voorkomen
Dit mag in de TT of VT

Slide 26 - Open question

Schrijf een zin op met het werkwoord:
doorbreken.
Dit mag in de TT of VT

Slide 27 - Open question