Paragraaf 4: Blessures

Hoofdstuk 2: Bewegen
Paragraaf 4: Blessures
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2: Bewegen
Paragraaf 4: Blessures

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling
  • Leerdoelen doornemen
  • Uitleg paragraaf 4: Blessures
  • Aan het werk!  

Slide 2 - Slide

Benoem de oneven onderdelen

Slide 3 - Open question

Welk nummer geeft een beencel aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quiz

Waar staan de wervels in de juiste volgorde?
A
Halswervels - lendenwervels - borstwervels - heiligbeen - staartbeen
B
Borstwervels - halswervels - lendenwervels - heiligbeen - staartbeen
C
Halswervels - borstwervels - lendenwervels - staartbeen - heiligbeen
D
Halswervels - borstwervels - lendenwervels - heiligbeen - staartbeen

Slide 5 - Quiz

Welk bot is gebroken?

Slide 6 - Open question

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • Beschrijven wat een blessure is;
  • Beschrijven welke blessures er zijn;
  • Beschrijven hoe je blessures voorkomt;
  • De voordelen van sporten beschrijven.

Slide 7 - Slide

Wat is een blessure?
Een blessure is een beschadiging aan botten, spieren en gewrichten. 
  • Door vallen;
  • Door een botsing;
  • Door een ongeluk;
  • Door overbelasting.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Blessures aan botten en gewrichten
  • Botbreuk

Slide 10 - Slide

Blessures aan botten en gewrichten
  • Botbreuk
  • Ontwrichting

Slide 11 - Slide

Blessures aan botten en gewrichten
  • Botbreuk
  • Ontwrichting
  • Verstuiking

Slide 12 - Slide

Blessures aan botten en gewrichten
  • Botbreuk
  • Ontwrichting
  • Verstuiking 
  • Knieblessure

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Spierblessures
  • Spierpijn
  • Spierkramp
  • Spierscheuring
  • Zweepslag 
  • Kneuzing

Slide 15 - Slide

Blessures voorkomen
  • Draag de juiste kleding;
  • Draag de nodige beschermende middelen;
  • Tape je gewrichten in;
  • Doe een goede warming-up;
  •  Doe na het trainen een cooling-down.

Slide 16 - Slide

Voordelen van sporten
  • Conditie opbouwen;
  • Minder kans op blessures;
  • Sterkere botten;
  • Meer weerstand tegen ziekten;
  • Bij een teamsport: sociale contacten.

Slide 17 - Slide

Aan het werk!
Wat: Paragraaf 2.1 t/m 2.4
Hoe: Fluisteren, zachtjes overleggen met je buur
Tijd: 15 minuten
Hulp: Overleg met je buur/raadpleeg je boek/steek je vinger op
Klaar: Nakijken en verbeteren, 2.5 lezen.
Uitkomst: Paragraaf 2.1 t/m 2.4 zijn af

Slide 18 - Slide

Benoem de onderdelen P, Q, R, S en T.

Slide 19 - Open question

Welke letter geeft de plaats aan waar zich een bloedvat bevindt?
A
P
B
Q
C
R

Slide 20 - Quiz


A
Kraakbeenweefsel
B
Spierweefsel
C
Zenuwweefsel
D
Beenweefsel

Slide 21 - Quiz

Benoem de letters P en Q.

Slide 22 - Open question

Welke tekening geeft kraakbeenweefsel weer?
A
1
B
2
C
3

Slide 23 - Quiz