2.4 Blessures

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Binnen = beginnen

Open je laptop

Open lessonup

Huiswerk bespreken:  3,4,5 +7 t/m 13 van paragraaf 2.3

Wat is waar?

1. Spierbundels bestaan uit spiervezels
2. Spiervezels bestaan uit spierbundels

Henk en Tilly zijn aan het verhuizen. Henk tilt een doos van wel 20 kilo. Tilly tilt een doos van wel 25 kilo. Is er een verschil in de hoeveelheid spiervezels die samentrekken bij Henk en Tilly?

1. Ja, bij Henk zijn meer spiervezels samengetrokken
2. Ja, bij Tilly zijn meer spiervezels samengetrokken
3. Nee, bij beiden is het even veel

Als kringspieren samentrekken dan wordt een bloedvat.....
Als lengtespieren samentrekken dan wordt een bloedvat....

1. Nauwer Nauwer
2. Wijder Wijder
3. Nauwer Wijder
4. Wijder Nauwer

Quincy laat zijn spierballen zien.
Zijn biceps (buigspier) is.....
Zijn triceps (strekspier) is.....

1. Gespannen Ontspannen
2. Gespannen Gespannen
3. Ontspannen Gespannen
4. Ontspannen Ontspannen

Welke blessures heb je zelf gehad?

Maak een definitie voor blessure op basis van de vorige vraag

Leerdoel

Je kunt aan de hand van een verhaaltje of plaatje bepalen:

• wat voor type blessure iemand heeft,
• in welke spier, gewrichtsonderdeel of bot de blessure zit

LESS 

Blessure 

• Is een beschadiging aan je spieren, botten of gewrichten. 

Naast een blessure heb je ook spierpijn.

Hoe krijg je een blessure?

Blessure is een beschadiging aan een bot, spier of gewricht.

Ontstaan door valpartij of door lang achter elkaar dezelfde beweging maken= overbelasting

Wat is het verschil tussen een handicap en een blessure?

1. Een blessure geneest, een handicap niet
2. Een handicap geneest, een blessure niet

Blessures

Acute blessure

- treed plotseling op

Chronische blessure

- ontstaat geleidelijk en herstel duurt vaak lang

Blessure door vaak dezelfde beweging herhalen

Muisarm

RSI (telefoon duim)

We hebben het dit hoofdstuk al gehad over (1) botten, (2) gewrichten en (3) spieren. Noem per nummer een blessure.

Spierblessures

Blessure = letsel bij sporten

1. Spierpijn (door te veel afvalstoffen in je spier)
   
   
2. Spierkneuzing (blauwe plek op spier)
   
   
3. Spierkramp (spier trekt samen door te weinig zuurstof)
   
   
4. Spierscheuring (bv zweepslag bij kuit)
   

Behandelen spierblessures

Spierpijn: Cooling down, hersteltraining, rustig bewegen

Kneuzing: maximaal 1 of 2 dagen 3 x per dag 15 min koelen, en rust houden.

Spierkramp: Direct stoppen, rust houden

Spierscheuring: Koelen en rust nemen

Botbreuk

Recht zetten

Botbreuken

1. arts kan de botten zetten 
2. hierna komt er gips omheen
3. beencellen maken extra been aan de
buitenkant van de breuk.
4. Na een paar weken is het bot weer sterk genoeg om alles te doen.

gewrichts blessure

- Ontwrichting

- Verstuiking/verzwikking

Kies het juist antwoord:
"Welke blessure moet je koelen?"

1. Bij een verzwikking
2. Bij een zweepslag
3. Bij een botbreuk

Welke van onderstaande keuzes is een blessure aan bot of gewricht?

1. kneuzing
2. ontwrichting
3. bloeduitstorting
4. kramp

Welke blessure zie je in de afbeelding?
Let op: je ziet voor-en zij-aanzicht

1. Kneuzing
2. Botbreuk
3. Ontwrichting
4. Spierscheuring

Kies het juist antwoord:
"Bij welke blessure raken de kapselbanden beschadigd?"

1. Bij een verzwikking
2. Bij een spierscheuring
3. Bij een botbreuk
4. Bij een kneuzing

Wanneer je plotseling stekende pijn in je kuit voelt en niet meer verder kan spelen, welke blessure heb je?

1. Ontwrichting
2. Botbreuk
3. Spierkramp
4. Verstuiking

biologiepagina.nl

Huiswerk = 3 t/m 11 van 2.4

- Proefwerk over 2.1 t/m 2.4

Hoe te oefenen?
Maak de oefeningen op biologiepagina.nl
Maak de oefentoets die ik in LessonUp heb klaargezet
Maak de test jezelf online (via magister inloggen)