3.1

1 / 26
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 26 slides, with text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je hebt de stof van de vorige lessen herhaald.
  • Je leert wat positieve en negatieve getallen zijn.
  • Je leert positieve en negatieve getallen aangeven op een getallenlijn.
  • Je leert wat tegengestelde getallen zijn.
  • Je leert optellen met positieve en negatieve getallen. 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
Terugblik
Uitleg
Zelf werken
Afsluiting

Slide 3 - Slide

Terugblik
Voor een concert kosten 5 kaartjes € 400. Hoeveel kosten 6 kaartjes?






Slide 4 - Slide

Terugblik
Voor een concert kosten 5 kaartjes € 400. Hoeveel kosten 6 kaartjes?






Slide 5 - Slide

Terugblik
Op een fiets die normaal € 500,- kost krijg je 40% korting. Hoeveel betaal je nu voor de fiets?

Slide 6 - Slide

Terugblik
Op een fiets die normaal € 500,- kost krijg je 40% korting. Hoeveel betaal je nu voor de fiets?

Slide 7 - Slide

Terugblik
In een klas zitten in totaal 20 leerlingen. 15 leerlingen hebben een scooter. Bereken hoeveel procent van de leerlingen een scooter heeft.

Slide 8 - Slide

Terugblik
In een klas zitten in totaal 20 leerlingen. 15 leerlingen hebben een scooter. Bereken hoeveel procent van de leerlingen een scooter heeft.

Slide 9 - Slide

Bereken op welke schaal de tekening is gemaakt.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Wat weten we al over negatieve getallen?

Slide 12 - Slide

Waar komen we negatieve getallen tegen?
  • Temperatuur 
  • Scores, doelsaldo 
  • Bankrekeningen (saldo) 
  • Financiële overzichten / begrotingen  

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Twee getallen die op dezelfde afstand aan weerszijden van het getal nul liggen, noem je tegengestelden van elkaar.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Oefensommen
4 + - 2 =
8 - - 5 =
- 6 + 3 =
- 7 - 9 =

Slide 24 - Slide

Afsluiting
  • Je hebt de stof van de vorige lessen herhaald.
  • Je weet wat negatieve getallen zijn en je kunt ermee optellen en aftrekken.
  • Je weet wat tegengestelde getallen zijn.


Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide