VT Sterke werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Nederlands

Huiswerkcontrole

Is het gelukt?

Vragen over het huiswerk?

ZWAKKE

werkwoorden

de klank blijft in de verleden tijd hetzelfde

REGELS verleden tijd

bij zwakke werkwoorden

In het enkelvoud: stam + te / stam + de

In het meervoud: stam + ten / stam + den

Denk aan 't Sexy Fokschaap

REGELS verleden tijd

bij zwakke werkwoorden

Zoek de stam!

Zit de laatste letter in 't Sexy Fokschaap?

't Sexy Fokschaap

Gebruik 't Sexy Fokschaap als je een zwak werkwoord in de verleden tijd moet opschrijven.

Hoe?  --> voorbeeldzin: Selma (redden v.t.) ..... het niet om op tijd te zijn.

1. Schrijf van het werkwoord de stam op: redd
2. Kijk of de laatste letter in 't kofschip zit.
3. Nee, dus +de of +den
4. Schrijf in de zin de ik-vorm op: red. 
5. Kijk wie het werkwoord uitvoeren. MV of EV? --> redde

Doel deze les

Aan het einde van de les weet je 

1. wat het verschil is tussen sterke en zwakke werkwoorden
2. hoe je de sterke en zwakke werkwoorden in de verleden tijd moet opschrijven

Welk woord is een werkwoord?

1. Schilderij
2. Tuinman
3. Bakken
4. Verkoper

Welk woord is een werkwoord?

1. Drinken
2. Drankje
3. Voedsel
4. Maaltijd

Wat is het werkwoord in deze zin?

Herman verkoopt volgend jaar zijn huis.

1. Heman
2. verkoopt
3. jaar
4. huis

Wat is het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden?

Sterk

Sterke werkwoorden hebben de kracht om te veranderen.

Sterke werkwoorden

Van sommige werkwoorden verandert de klank als je de 

persoonsvorm (pv)  in de verleden tijd zet. Dat noem je 

sterke werkwoorden of klankveranderende werkwoorden.

Zet in de verleden tijd.
Wat gebeurt er met de klank?
WACHTEN

1. de klank verandert
2. de klank blijft gelijk

Zet in de verleden tijd.
Wat gebeurt er met de klank?
SLAPEN

1. de klank verandert
2. de klank blijft gelijk

Hoe noem je sterke werkwoorden ook wel?

1. klankveranderende werkwoorden
2. klankvaste werkwoorden

Welke van deze werkwoorden is een sterk werkwoord?

1. hopen
2. glijden
3. leiden
4. strooien

Roepen, geven en brengen zijn sterke werkwoorden

1. ja, dat klopt
2. nee, brengen is zwak
3. nee, geven is zwak
4. nee, roepen is zwak

Sterk of zwak?

DENKEN

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

Sterk of zwak?

WENSEN

1. sterk werkwoord
2. zwak werkwoord

Sterk of zwak?

BIJTEN

1. sterk
2. zwak

Sterke werkwoorden

Zwakke werkwoorden

Lopen

Eten

Gamen

Kijken

Voetballen

Bakken

Zelfstandig werken

Cursus 7, paragraaf 11

Typ een voorbeeld van
een sterk werkwoord

Bedenk zelf voorbeelden, zoals:
denk - dacht
lieg - loog
zwem - zwom