wk 03: les 3 (betoog les 1)

Donderdag 20 januari - V1a

  • 10 minuten lezen
  • Start schrijfvaardigheid: betoog
  • Aan de slag!



timer
10:00
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Donderdag 20 januari - V1a

  • 10 minuten lezen
  • Start schrijfvaardigheid: betoog
  • Aan de slag!



timer
10:00

Slide 1 - Slide

Vorige les heb je...
...geoefend met 3 tekstdoelen en het schrijven van een tekst(je).

Slide 2 - Slide

Deze les ga je leren...
...hoe de schrijfopdracht 'Betoog' eruit ziet.
...wat een stelling, mening en argument is.

Slide 3 - Slide

Schrijven 1: betoog
  • Schrijven 1 – betoog                        
  • Telt 3x
  • Toets: donderdag 17 februari 2021
  • Schrijf je in de les. Dan pas krijg je het onderwerp te horen.

Slide 4 - Slide

Schrijven - Betoog
Tekstdoel: overtuigen
Tekstsoort: betoog


Tijdens de toets schrijf je een betoog dat bestaat uit: 5 alinea’s: inleiding (1), kern (3), slot (1). 
Iedere alinea bestaat minimaal uit 5 zinnen
Onderwerp van het betoog? Wordt bekend tijdens de toets.

Slide 5 - Slide

Leerdoelen lessenserie

1. Je kunt vóór het schrijven een bouwplan maken.

2. Je kunt een overtuigende tekst schrijven op basis van een bouwplan.

Natuurlijk gaan we nog veel meer leren! Maar hierover later meer!

Slide 6 - Slide

Warming-up
  • Er verschijnt steeds 1 stelling op het scherm.
  • Kies of je het ermee eens of oneens bent
  • Je moet ook kunnen uitleggen waarom je dat vindt.
  • Denk dus steeds goed en serieus na waarom je het eens of oneens bent met de stelling.

Slide 7 - Slide

Bij mooi weer moeten scholen huiswerkvrij zijn.
Eens
Oneens

Slide 8 - Poll

De straf voor pestende kinderen moet worden bepaald door leerlingen uit een andere klas.
Eens
Oneens

Slide 9 - Poll

Dure merkkleding moet verboden worden op school.
Eens
Oneens

Slide 10 - Poll

Leraren moeten altijd met ‘u’ worden aangesproken.
Eens
Oneens

Slide 11 - Poll

Vlees eten is niet meer van deze tijd (klimaatverandering).
Eens
Oneens

Slide 12 - Poll

Stelling, mening en argumenten
Stelling Een uitspraak waar je het mee eens of oneens kan zijn.
Het ATC is een fijne school.

Mening Wat je ergens van vindt. Een ander kan het hier (on)eens mee zijn.
Ik vind het ATC een fijne school.

Argumenten Met argumenten leg je uit waarom je iets vindt.
Op het ATC luisteren de docenten goed naar de leerlingen.  


Slide 13 - Slide

Signaalwoorden
Signaalwoorden
Argumenten kun je vaak herkennen aan signaalwoorden.

Ik vind het ATC een fijne school, omdat de docenten op het ATC goed naar de leerlingen luisteren.  

Ik vind het ATC een fijne school, want de docenten op het ATC luisteren goed naar de leerlingen.  

Slide 14 - Slide

Aan de slag!
Log in bij LessonUp.

Ga naar wk 03: les 3

Maak de vragen op de volgende slides.

Slide 15 - Slide

Stelling + argument
Opdracht: Benoem in iedere zin (op de volgende slides) de stelling, het argument (en het signaalwoord). 

Voorbeeld Programmeren moet een verplicht vak worden op de middelbare school, want programmeren is de toekomst.

Stelling: Programmeren moet een verplicht vak worden op de middelbare school. Argument: Programmeren is de toekomst.

Slide 16 - Slide

Benoem de stelling en het argument.

1. Oude mensen zouden elk jaar opnieuw rijexamen moeten doen. Mijn opa is bijvoorbeeld een gevaar op de weg.

Slide 17 - Open question

Benoem de stelling, het argument en het signaalwoord.

2. Je kunt beter niet naar houseparty’s gaan, want housemuziek is slecht voor je gehoor.

Slide 18 - Open question

Benoem de stelling en het argument.

3. Volgens mij moet je die bluetooth speaker niet kopen. In een test van de consumentenbond werd hij heel slecht beoordeeld.

Slide 19 - Open question

Benoem de stelling en het argument.

4. Ik ben in de pauze van de film weggegaan. Ik vond er helemaal niets aan.

Slide 20 - Open question

Benoem de stelling en het argument.

5. Door de drukte kunnen we bijna niet oversteken. In het centrum zouden auto’s verboden moeten worden.

Slide 21 - Open question

Benoem de stelling, het argument en het signaalwoord.

6. Windenergie is niet meer nodig, omdat er andere alternatieven zijn.

Slide 22 - Open question

Benoem de stelling, het argument en het signaalwoord.
7. Reclamespotjes voor leningen moeten verboden worden, want jongeren lenen veel te gemakkelijk geld voor luxeartikelen.

Slide 23 - Open question

Benoem de stelling, het argument en het signaalwoord.

8. Dierentuinen moeten verboden worden, want het is zielig voor de dieren.

Slide 24 - Open question

Benoem de stelling, het argument en het signaalwoord.

9. Cosmetische chirurgie moet verboden worden, omdat het duur is en de patiënt onnodig risico loopt.

Slide 25 - Open question

Benoem de stelling, het argument en het signaalwoord.

10. Huiswerk moet in de les gemaakt worden, want thuis hebben scholieren andere bezigheden.

Slide 26 - Open question

Ga naar SOM, Vakken  
Download:          de Stellingenfabriek

Opdracht:
Lees:             heel goed wat je moet doen (tekst in oranje kader)
Formuleer:     jouw persoonlijke stelling.
Bedenk:         2 of meer argumenten voor jouw stelling.  
Noteer:           je stelling en je argumenten op de volgende slide.

De stellingenfabriek

Slide 27 - Slide

De Stellingenfabriek: Lees heel goed wat je moet doen (tekst in oranje kader)
a. Formuleer jouw persoonlijke stelling.
b. Bedenk 2 of meer argumenten voor jouw stelling.

Slide 28 - Open question

Lesdoel behaald? Ik weet wat een betoog is.
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Lesdoel behaald? Ik kan een stelling, mening, argument en signaalwoord herkennen.
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quiz

Einde van deze les
Je mag nu verder lezen in je boek / verder werken aan je oriëntatie-opdracht Lapbook.

Slide 31 - Slide