3.3 Een onzeker bestaan

Herhaling 
Paragraaf 3.2
Veranderingen in oude arbeiderswijken
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling 
Paragraaf 3.2
Veranderingen in oude arbeiderswijken

Slide 1 - Slide

Leefbaarheid is...
A
geschiktheid van je huis om er goed te leven
B
geschiktheid van een wijk om er goed te leven
C
geschiktheid van de stad om er goed te leven
D
geschiktheid van de regio om er goed te leven

Slide 2 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van sociale onveiligheid?
A
Spullen vernielen
B
Inbraken
C
Afval dumpen in de wijk
D
Hangjongeren

Slide 3 - Quiz

Wat is sociale cohesie?
A
Hoe goed mensen met elkaar verbonden zijn
B
Hoe sociaal mensen zijn naar vreemden
C
Hoe betrokken je bent bij de wijk.
D
Hoe goed je samenwerkt met de gemeente

Slide 4 - Quiz

Waar is sociale cohesie het grootst?
A
In de stad
B
In grotere dorpen
C
Op het platteland
D
Overal in Nederland even hoog.

Slide 5 - Quiz

Hoe ontstaat structurele werkeloosheid in Nederland?
A
Door automatisering
B
Mensen willen bepaald werk niet meer uitvoeren
C
Het verdwijnen van werk naar andere landen
D
Niet iedereen hoeft meer te werken

Slide 6 - Quiz

De verbondenheid die mensen met elkaar voelen door gezamenlijke activiteiten en gesprekken noem je...
A
integratie
B
welzijn
C
sociaal-economische status
D
sociale cohesie

Slide 7 - Quiz

Het opleidingsniveau is een voorbeeld van ...
A
buurtkenmerken
B
bewonerskenmerken

Slide 8 - Quiz

Dit zijn kenmerken van achterstandswijken
A
hoge werkloosheid, veel koopwoningen en drugsoverlast
B
weinig sociale cohesie, veel welvaartsziektes en veel koopwoningen
C
mensen met weinig opleiding, een slechte gezondheid en a-sociaal gedrag
D
hoge autodichtheid, weinig voorzieningen en hoge sociaaleconomische status

Slide 9 - Quiz

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 10 - Quiz

Integratie of segregratie?
A
Integratie
B
Segregratie

Slide 11 - Quiz

Sleep de woonkenmerken naar A Of B
A: Arme wijk
B: Rijke wijk
Huurhuis
Koophuis
Hoge bebouwings dichtheid
Lage bebouwings dichtheid
Smalle straten
Gebouwd net na WOII
Groene wijk
Luxe oorzieningen
Veel hoogbouw
Veel laagbouw

Slide 12 - Drag question

3.3 Een onzeker bestaan

Slide 13 - Slide

Stijgende lonen en stijgende prijzen
- Nederlander waren nog nooit zo rijk, gelukkig en gezond als nu. 100 jaar geleden was honger heel gewoon.
- Toch nog veel arme Nederlanders, ze hebben het moeilijk
- Lonen en uitkering stegen, maar dingen werden duurder

Slide 14 - Slide

Stijgende lonen en stijgende prijzen
- minder vaste banen voor laagopgeleiden
- Door open grenzen in de EU komen er mensen uit andere EU landen naar Nederland om hier te werken

Slide 15 - Slide

Stijgende lonen en stijgende prijzen
- Het minimumloon is het laagste loon dat een werkgever volgens de Nederlandse wet mag betalen. 
- Voor mensen uit Polen en andere Oost-EU landen is dat meer dan ze in eigen land kunnen verdienen. 
- Ze komen daarom naar NL
- Voor laagopgeleide Nederlanders is het daarom steeds moeilijker om werk te vinden.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link