This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Oefentoets thema 4
Basisstof 1 t/m 3
Slide 1 - Slide
Aan welke primaire geslachtskenmerken herken je een meisje?
Slide 2 - Open question
In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend.
Wat is de functie van deel Q?
A
In dit deel vindt de ontwikkeling van eicellen plaats
B
Dit deel vangt prikkels op die leiden tot orgasme
C
In dit deel vindt bevruchting plaats
D
Dit deel produceert slijm waardoor de toegang van de vagina glad wordt
Slide 3 - Quiz
Bas vindt Julia superleuk en denkt veel aan haar. Dit is de eerste keer dat Bas een meisje echt leuk vindt.
Kies het juiste woord.
A
Geestelijk verandering
B
Lichamelijke verandering
C
Sociale verandering
Slide 4 - Quiz
Meisjes en vrouwen gebruiken tijdens de menstruatie vaak middelen om de resten van het baarmoederslijmvlies en het bloed op te vangen.
Hoe noem je het middel dat is weergegeven in de afbeelding?
Slide 5 - Open question
Een reden voor mannenbesnijdenis is hygiëne.
Welke uitspraak hierover is juist?
A
Bij een besneden penis is de balzak makkelijker schoon te houden
B
Er komt geen vuil meer tussen plooien in de voorhuid
C
De eikel is bedekt met voorhuid en blijft schoner
D
Tijdens een orgasme vindt geen zaadlozing plaats
Slide 6 - Quiz
In de afbeelding is een menstruatiecyclus weergegeven die 28 dagen duurt. De letters P, Q, R en S geven bepaalde perioden in deze cyclus aan. In het binnenste deel van de afbeelding is schematisch de verandering in het baarmoederslijmvlies getekend.
In welke periode vindt gemiddeld de ovulatie plaats?
A
In periode P
B
In periode Q
C
In periode R
D
In periode S
Slide 7 - Quiz
Wielrenners zitten vaak uren achtereen op hun zadel. Hierbij worden de genitaliën afgekneld. Hierdoor kunnen de zweepstaartjes van de zaadcellen beschadigd raken.
Wat is het gevolg van beschadigde zweepstaartjes?
A
De zaadcellen zwemmen te ver de eileiders in
B
De eicel kan de zaadcellen niet vinden
C
De zaadcellen kunnen de baarmoeder niet inzwemmen
Slide 8 - Quiz
In de afbeelding is het uitwendige voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.
Wat is de naam van onderdeel 1?
Slide 9 - Open question
In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een man schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.
Door welke twee van de genummerde organen in de afbeelding wordt vocht toegevoegd aan de zaadcellen?
A
Door nummer 1
B
Door nummer 2
C
Door nummer 3
D
Door nummer 4
Slide 10 - Quiz
Is de volgende bewering juist of onjuist?
In de afbeelding is een primair geslachtskenmerk te zien.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
In de puberteit neemt de interesse in anderen toe.
Kies het juiste woord.
A
Geestelijke verandering
B
Sociale verandering
C
Lichamelijke verandering
Slide 12 - Quiz
Welke cel kan zich voortbewegen?
A
Eicel
B
Zaadcel
Slide 13 - Quiz
De teelballen beginnen te groeien tussen de 10e en 14e levensjaar.
Is deze bewering juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Benoem secundaire geslachtskenmerken van de man
Slide 15 - Open question
In de afbeelding is het voortplantingsstelsel van een vrouw schematisch getekend. Enkele delen zijn genummerd.
In welk van de genummerde delen wordt de eicel vervoert naar de baarmoeder?
A
In deel 1
B
In deel 2
C
In deel 3
D
In deel 4
Slide 16 - Quiz
Als een eicel niet wordt bevrucht, gaat hij te gronde.
Wat gebeurt er met de resten van de eicel?
A
De resten worden opgenomen door het baarmoederslijmvlies
B
De resten worden opgenomen in het bloed
C
De resten worden met de menstruatie uit het lichaam afgevoerd