CUJO Hoofdstuk 4

CUJO Hoofdstuk 4
weten we het?
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Economie & OndernemenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

CUJO Hoofdstuk 4
weten we het?

Slide 1 - Slide

Wat betekent propositie?
A
Een propositie verwijst naar het product die je als bedrijf belooft te leveren aan de klant.
B
Een propositie verwijst naar de service die je als bedrijf belooft te leveren aan de klant.
C
Een propositie verwijst naar de waarde die je als bedrijf belooft te leveren aan de klant.
D
Een propositie verwijst naar de waren die je als bedrijf belooft te leveren aan de klant

Slide 2 - Quiz

Om de propositie van jouw bedrijf te bepalen, moet de 3 vragen worden beantwoorden. Welke 3 vragen zijn dat?
A
In welke behoefte voorziet jouw product, wat zijn de nadelen van jouw product en waarom is de concurrent beter?
B
In welke behoefte voorziet jouw product, wat zijn de nadelen van jouw product en waarom is jouw product beter dan de concurrent?
C
In welke behoefte voorziet jouw product, wat zijn de voordelen van jouw product en waarom is jouw product beter dan de concurrent?
D
In welke klantwens voorziet jouw product, wat zijn de voordelen van jouw product en waarom is jouw product beter dan de concurrent?

Slide 3 - Quiz

Welke 5 dimensies kun je gebruiken om het assortiment in te delen?
A
Breedte, diepte, hoogte, lengte en consumptie.
B
Diepte, breedte, hoogte, lengte en consistentie.
C
Lengte, breedte, hoogte, diepte en zwaarte.
D
Productieverwantschap, lengte, hoogte, breedte en diepte.

Slide 4 - Quiz

Er zijn verschillende manieren om de verkoopprijs te bepalen. Één daarvan is de afnemersgeoriënteerde prijsstellingsmethode. Welke beschrijving geeft deze methode het beste weer?
A
Je bepaalt de prijs door eerst je product voor een hoge prijs aan te bieden en daarna verlaag je de prijs totdat afnemer gaan kopen.
B
Je bepaalt de prijs via marktonderzoek waarbij je vraagt wat de afnemer bereid is te betalen.
C
Je bepaalt de prijs door net onder de prijs van de concurrent te gaan zitten.
D
Je bepaalt de prijs via marktonderzoek waarbij je zoekt naar de hoogste prijs van de concurrent die de afnemer bereid is te betalen.

Slide 5 - Quiz

Bij het bepalen van de prijs voor een uniek product kunnen 2 prijsstrategieën gebruikt worden. Welke twee zijn dat?
A
Penetratiestrategie en afroomstrategie.
B
Penetratiestrategie en prijsdifferentiatie.
C
Prijsdiscriminatie en afroomstrategie.
D
Prijsdifferentiatie en prijsdiscriminatie.

Slide 6 - Quiz

Wat bereik je met het positioneren van een product ?
A
Positioneren is het verkrijgen van een duidelijk herkenbare plaats in de ogen van de afnemer ten opzichte van het aanbod van de concurrent.
B
Positioneren is het verkrijgen van een duidelijk leidende positie die in de ogen van de klant uniek is.
C
Positioneren is het verkrijgen van een duidelijk verschil met het aanbod in de ogen van de concurrent.
D
Positioneren is het verkrijgen van een unique selling point ten opzichte van de concurrent.

Slide 7 - Quiz

Bekijk het voorbeeld en beantwoord de vraag.
De nieuwste ultra HD tv is bij introductie duur en wordt daarna goedkoper.

Hoe heet deze strategie?

Slide 8 - Open question

Bekijk het voorbeeld en beantwoord de vraag.
De internetwinkel Callme brengt voor een order onder de € 100 administratiekosten in rekening aan de klant. De verzendkosten worden in rekening gebracht, ongeacht het orderbedrag. Voor zakelijke klanten zijn dit de werkelijke verzendkosten, voor consumenten een vast bedrag van € 8 per order.

Hoe wordt deze vorm van prijsstelling genoemd?

Slide 9 - Open question

Beschrijf een situatie wanneer je kiest voor concurrentie-georiënteerd prijsbeleid.

Slide 10 - Open question

Bekijk het voorbeeld en beantwoord de vraag.
Marketingmanager de Jong stelt een methode van prijszetting vast waarbij de prijs zo laag wordt gesteld, dat potentiële concurrenten ontmoedigd worden op de markt te komen.

Hoe wordt een dergelijke prijsstelling genoemd?

Slide 11 - Open question

Lees het voorbeeld en beantwoord de vraag.
Er worden één of meer lager geprijsde producten van een mindere kwaliteit aan het bestaande assportiment toegevoegd. Het assortiment wordt dieper. De ondernemer hoopt zijn totale assortiment een goedkoper imago te geven.

Welke assortimentsstrategie wordt hier toegepast?

Slide 12 - Open question