Begrijpend lezen v4 25-09

Begrijpend lezen
Basis: hst. 2 t/m 6
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Begrijpend lezen
Basis: hst. 2 t/m 6

Slide 1 - Slide

Vandaag:
- Enkele opdrachten van het huiswerk nakijken via LessonUp.
- Nieuwe opdracht maken over kernzinnen.
- Opdracht kernzinnen nakijken.
- Beginnen aan huiswerk.

Slide 2 - Slide

Functies van de inleiding

Slide 3 - Slide

Functies van de inleiding
- Aandacht trekken
- Onderwerp introduceren

Slide 4 - Slide

Opdracht 2 (p. 14):
1. Op welke manier trekt de schrijver de aandacht?
A
actuele gebeurtenis
B
stukje geschiedenis
C
aantrekkelijk voorbeeld
D
belang voor het publiek

Slide 5 - Quiz

Opdracht 2:
2. Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Naar Rome reizen
B
Vincent Laurensz. van der Vinne
C
Avontuurlijk reizen
D
De moderne reiziger

Slide 6 - Quiz

Opdracht 2:
3. Op welke manier wordt het onderwerp van de tekst geïntroduceerd?
A
Door een vraag
B
Door een standpunt
C
Door een probleem
D
Door een aankondiging van de deelonderwerpen

Slide 7 - Quiz

Opdracht 2:
4. Wat is waarschijnlijk het tekstdoel?
A
amuseren
B
informeren
C
opiniëren
D
overtuigen

Slide 8 - Quiz

Bonusvraag: welke tekststructuur verwacht je bij deze tekst?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
aspectenstructuur
D
vraag-antwoordstructuur

Slide 9 - Quiz

Het slot

Slide 10 - Slide

Het slot
- Hoofdgedachte

Slide 11 - Slide

Het slot
- Hoofdgedachte
- Een of meerdere andere slotelementen, zoals samenvatting, aanbeveling, afweging, toekomstverwachting

Slide 12 - Slide

Het slot
- Hoofdgedachte
- Een of meerdere andere slotelementen, zoals samenvatting, aanbeveling, afweging, toekomstverwachting
- Uitsmijter
- Tekst rondmaken

Slide 13 - Slide

Wat is een retorische vraag?

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video

Opdr. 5: de hoofdgedachte?

Slide 16 - Slide

Opdracht 5 (1)
De hoofdgedachte is een retorische vraag en is dus te lezen als ‘Het wordt tijd dat iemand in het peloton opstaat en de moed heeft te zeggen dat deze waanzin van levensgevaarlijke parcoursen moet stoppen voordat er in de wielersport nog meer doden en gewonden vallen.’

Slide 17 - Slide

Opdracht 5:
2. Welke elementen bevat dit slot nog meer?
A
A, C, D en F
B
A. B, D en G
C
A, D, E en F
D
A, B, E en F

Slide 18 - Quiz

Toelichting
De hoofdgedachte is een aansporing of aanbeveling (B).
- A een aansluiting bij het begin: intussen liggen Richie Porte, Geraint Thomas en vele andere renners in het ziekenhuis.
- E een retorische vraag: Waar zijn de tijden van Bernard Hinault gebleven?
- F een samenvatting (waarschijnlijk, want we kennen het middenstuk niet): Er heerst in het peloton angst, angst voor de sponsoren, voor de organisaties van professionele wielerkoersen die steeds meer aan de wens van het publiek tegemoetkomen, opdat er bij het koffieapparaat weer gesproken kan worden over de ‘sensationele’ etappe van de vorige dag.

Slide 19 - Slide

Wat ga je nu doen?
- Telefoon terug in hotel.
- Lees de groene tekst op p. 23.
- Maak opdr. 1, p. 24-25.
- Klaar? Lees de groene tekst op 
p. 26-27 en maak opdr. 2.



timer
8:00

Slide 20 - Slide

Huiswerk voor maandag
- Lees de groene tekst op p. 26-27: tekstverbanden, signaalwoorden, functiewoorden --> wat weten jullie hier al over?
- Maak opdr. 2, p. 27.
- Lees de groene tekst op p. 28: publiek.
- Maak opdr. 1, p. 28-29.
- Kijk het huiswerk verder na. (zie bijlage)

Slide 21 - Slide