Zorgplancyclus, zorgplan en rapporteren

Zorgplan
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Zorgplan

Slide 1 - Slide




Kennismakingsoefening ''60 seconden regel''
Quiz - wat weten we al? 

Theorie opstellen van een zorgplan, en aan welke eisen moet het voldoen volgens het beleid SVRZ en landelijke overheidsregels.
 
Oefenen met het opstellen Zorgplan, hoe maak ik een goede zorgvraag, doel en actie?





 

Slide 2 - Slide

Verwachtingen en werkafspraken:
- Actieve deelname.
- Oefenen aan de hand van eigen praktijkvoorbeelden.
- Eerlijke feedback naar en onder de deelnemers.
- Luisteren naar elkaar.


Slide 3 - Slide

Kennismaking

Slide 4 - Slide

Kennismaking
Oefening 60 seconden regel.





* Vind in tweetallen binnen 60 seconden 10 overeenkomsten met elkaar, en deel deze na afloop met de groep!

Slide 5 - Slide


Welke stelling is juist? (WLZ)
A
Het zorgplan mag max. 6 maanden oud zijn
B
Het zorgplan moet na 6 weken opgesteld worden
C
Het zorgplan moet binnen 24 uur opgesteld worden
D
Het zorgplan moet binnen 8 dagen opgesteld worden

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide


Het zorgplan moet bij elke wijziging ondertekend worden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide


Welke stelling is juist m.b.t. de risicosignalering?
A
De risico signalering vul je max. 2x per jaar in
B
Uitkomsten van de risicosignalering moeten niet in het evaluatieverslag staan
C
De risico signalering vul je min. 2x per jaar in
D
Alle uitkomsten van de risicosignalering moeten in het zorgplan staan

Slide 10 - Quiz


Wat is juist m.b.t. het evaluatiegesprek? (WLZ)
A
Het 1e evaluatiegesprek moet binnen 6 weken plaatsvinden
B
Doelen uit het zorgplan worden niet besproken in dit gesprek
C
Het 1e evaluatie gesprek moet binnen 6 maanden plaatsvinden
D
Naast de arts mogen er geen disciplines aanwezig zijn bij dit gesprek

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide


Het paneel "signaal evaluatie zorgplan" is alleen voor de teamleider.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Wie rapporteert er op de zorgvraag rondom "het leven"?

Laatste vraag!
A
Het zorgteam, medewerker welzijn, teamleider en geestelijk verzorger
B
Alleen de PB-er
C
De PB-er, het zorgteam en medewerker welzijn
D
Iedereen die toegang heeft tot de optie om te rapporteren

Slide 14 - Quiz

Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 15 - Slide

Een goed zorgplan zorgt ervoor 
dat een bewoner goede zorg ontvangt
... ? ...

Slide 16 - Slide

  • Herken je dat een zorgplan bestaat uit 8 zorgvragen en de zorgvraag voor jou soms nog niet duidelijk is?
     
  • Herken je dat het veel tijd kost om dit helemaal door te nemen?
      
  • Zou je willen weten hoe je een kort, maar duidelijk zorgplan opstelt dat aan alle eisen voldoet?

Slide 17 - Slide

Bewoner
Zorgplan
Rapportage op zorgdoel
Evaluatie

Slide 18 - Slide

Voorbeeld: U wilt dagelijks op tijd uw medicijnen innemen.
Bij de vraag wordt ook het knelpunt of de oorzaak vermeld.
Voorbeeld: T.g.v. een CVA bent u niet in staat hier zelfstandig voor te zorgen.
De kenmerken en/of symptomen worden benoemd.
Voorbeeld: U slikt uw medicijnen niet of niet op tijd.
Van deze 3 gegevens kan men dan een volzin maken wat de vraag omschrijft.
Voorbeeld: U bent ten gevolge van een CVA niet in staat zelfstandig voor uw medicijnen te zorgen en vraagt hier ondersteuning bij.


ZORGVRAAG
ZORGDOEL
ACTIE(S)

Theorie - hoe formuleer je een zorgvraag/doel/actie?
SMART
Specifiek
Meetbaar
Acceptabel
Realistisch
Tijdsgebonden

Slide 19 - Slide

Wat wil je hiermee bereiken?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Wat versta je onder "zorgvraag"?

Slide 22 - Slide

Zorgvraag
Wat is de vraag van de cliënt?
Wat is het knelpunt/ de oorzaak van de zorgvraag?
Welke kenmerken en of symptomen zie je?

Slide 23 - Slide

Wat versta je onder "Zorgdoel".

Slide 24 - Slide

Zorgdoel
De situatie waarnaar men streeft.
De situatie die voor de cliënt wenselijk en haalbaar is

Slide 25 - Slide

Wat versta je onder "Acties"?

Slide 26 - Slide

Acties
Exact en concreet
Verwijs naar documenten/onderdelen in mijn Cares
Welke rapportage wens je?

Slide 27 - Slide

Theorie - wat verwacht SVRZ
Zorgplan
- binnen 24u na opname + na elke evaluatie actueel gemaakt
- is er bij opname een zorgplan? opnieuw actueel maken, of         een conceptplan gebruiken
- kloppend met de indicatie
- alle 4 de domeinen aanwezig
- niet ouder dan 8 maanden
Risicosignalering
- binnen 7 dagen na opname + voor elke evaluatie ingevuld
- min. 2x per jaar, zo nodig vaker
- niet ouder dan 8 maanden
Evaluatie
- binnen 6 weken na opname
- min. 2x per jaar, zo nodig vaker
- niet ouder dan 8 maanden
- evaluatie op doel + afspraken vastleggen
- vastleggen overeenstemming met het plan
- risico's bespreken en vastleggen

Slide 28 - Slide

  1. Zorgvraag
    Wat is er aan de hand? Waar komt het door?

    T.g.v.   ...   vraagt u hulp/ondersteuning/begeleiding bij ...
     
  2. Doel > SMART 
    Wat wil de cliënt/het zorgteam bereiken/voorkomen?

  3. Actie > SMART 
    Wie? Wat? (Waar?) Wanneer?
    Naar welke onderdelen verwijs je? 

    Welke informatie/rapportage wil je hier zien?



Oefening: Zorgvraag / Doel / Actie
Leeromgeving

Slide 29 - Slide


Quote rapporteren en herken je dat?
Quiz - Wat weten we al?
Theorie rondom rapportage, en wat zijn de beleidsregels binnen SVRZ en de landelijke regels

Oefening rapporteren op doel, bijzonderheden, en op de zorgvraag rondom het leven.

Evaluatie en gelegenheid tot het stellen van vragen




 

Slide 30 - Slide



Een goede rapportage valt of staat met een goed opgesteld zorgplan?

Slide 31 - Slide

Heb je wel eens een rapportage gelezen dat je dacht dit kan anders?

Herken je dat er best veel gerapporteerd wordt om maar te rapporteren? 

Zou je willen weten hoe het ook anders kan en in welke vorm? 

Hoe zou het zijn, rapportages te lezen die een meerwaarde bieden voor jou zorg aan de client?

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Welke rapportage past bij het volgende doel: Voorkomen van sociaal isolement/vereenzaming?
A
U deed vanmiddag mee met het sjoelen, u gaf aan dat u dit deed herinneren aan vroeger. U genoot zichtbaar en wil graag volgende keer weer deelnemen.
B
Deze middag stond er lasagne op het menu, u gaf aan dit niet te willen eten, daar u een allergie heeft voor tomaten.
C
U bent vanmiddag naar een muzikaal optreden geweest van een harmonie, u kwam voortijdig terug op afdeling.
D
U nam vanmiddag deel aan het bloemschikken.

Slide 34 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Alleen de medewerker welzijn heeft de rechten om te rapporteren op de zorgvraag rondom het leven.
B
Rapporteren op zorgvraag rondom het leven, heeft geen meerwaarde voor jouw zorgverlening aan de cliënt.
C
Ik moet elke dienst rapporteren op de zorgvraag rondom het leven.
D
Iedereen die rechten heeft om te rapporteren, kan een rapportage doen op de zorgvraag rondom het leven.

Slide 35 - Quiz

Wanneer rapporteer je op het rapportage type bijzonderheden?
A
Als het niet past bij de zorgvraag die in het zorgplan opgesteld staat.
B
Als je een rapportage wil doen welke niet past bij de doelen die in het zorgplan zijn opgesteld.
C
Als de cliënt jou iets verteld over zijn leven.
D
De rapportage rondom de ADL past bij het doel ervan, maar je hebt rondom de ADL een huidafwijking waargenomen.

Slide 36 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Je rapporteert dagelijks op alle doelen in het zorgplan!
B
Er moet minimaal 1 keer daags een rapportage terug te vinden zijn in het cliënt dossier.

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide

Beleidsregels SVRZ rondom rapportage:

- Rapporteren vanuit de U-vorm.
- Minimaal één keer daags één rapportage       bij de client.
- Rapporteren in verhalende lijn rekening         houdend met de drie hulp zinnen.
- Niet rapporteren om maar te rapporteren.
- Rapporteren op de zorgvraag rondom het  leven, en vandaaruit Mijn Levensverhaal genereren. 

Slide 39 - Slide

Oefening: 
Schrijf in tweetallen een rapportage op een doel, bijzonderheden en op de zorgvraag rondom het leven. Gebruik hiervoor een van jouw bestaande clienten, houd rekening met de drie hulpzinnen Wat is er aan de hand? wat betekend het voor U? en Waar heeft U behoefte aan?

Slide 40 - Slide

Vanaf hieronder nog verder werken...

Evaluatie ochtend
+ back up maken van deze sheets
  • Wat neem je na deze dag mee?
  • Wat ga je anders doen?
  • Wat gooi je weg? 
Evaluatie 

Slide 41 - Slide