voorzetsels

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Hoe was je vakantie?!

😒🙁😐🙂😃

Aan het einde van deze les;

- Ken je de verschillen tussen voorzetsel voor tijd en plaats

-kun je verschillende woordsoorten in een zin benoemen

... de kooi

... de vakantie

voorzetsels die een plaats aangeven

.... de kooi

schrijf er vijf in je schrift

Voorzetsels die een tijd aangeven

..... de vakantie

Schrijf er drie in je schrift

Wat zijn voorzetsels?

1. de, het, een
2. in, voor, achter
3. raam, deur, wand
4. voorlezen, voorspellen, voorzeggen

Voorzetsels
Wat is geen voorzetsel?

1. Tijdens
2. voor
3. omdat
4. tussen

Wat is geen voorzetsel?

1. in
2. vaak
3. achter
4. naar

Wat is een voorzetsel?

1. de
2. naast
3. fietsen
4. fles

Wat zijn voorzetsels?

1. de, het, een
2. op, vanwege, met
3. mooi, klein, blauw
4. negen, twee derde, weinig

Na het sporten ga ik onder de douche.
Voorzetsels?

Tijdens de pauze ga ik vaak naar de kantine met mijn vrienden.
voorzetsels?

woordsoorten

De volgende vragen gaan over de woordsoorten.

Schrijf in je schrift de volgende woordsoorten op

LW

 ZNW

 BNW

 WW

 VZ 

wat is een bijvoeglijk naamwoord?

1. aardappel
2. het
3. geweldige
4. gescoord

Wat is GEEN voorbeeld van een zelfstandig naamwoord?

1. paard
2. school
3. liefde
4. mooi

Wat is geen werkwoord?

1. spelen
2. voetballen
3. kleren
4. vliegen

Wat zijn zelfstandig naamwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

In het lange weekend ben ik gaan kamperen.
werkwoorden

In het lange weekend ben ik gaan kamperen.
bijvoeglijk naamwoorden

In het lange weekend ben ik gaan kamperen.
voorzetsels

In het lange weekend ben ik gaan kamperen.
zelfstandige naamwoorden

bijvoeglijk naamwoord

zelfstandig naamwoord

het

kleine

rode

autootje

lidwoord

bijvoeglijk naamwoord

lidwoord

zelfstandig

naamwoord

zelfstandig

naamwoord

werkwoord

lidwoord

bijvoeglijk

naamwoord

De 

kinderen

eten

een

lekker

ijsje

Zelfstandig werken

- maak nu de opdrachten op de elo

tip=Gebruik de link woordsoorten

-klaar? 

Quizlet :extra oefenen 

Quizle: vaste uitdrukkingen (uitdaging)