Wederkerend en wederkerig voornaamwoord

Wederkerend en wederkerig voornaamwoord 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Wederkerend en wederkerig voornaamwoord 

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen? 
1. Wat weet je al?
2. Startopdracht + uitleg
3. Opdrachten maken en nakijken 

Slide 2 - Slide

wederkerend en wederkerig voornaamwoord

Slide 3 - Mind map

Bladzijde 94
Startopdracht

Wat valt je op? 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Wederkerig voornaamwoord
Elkaar
(mekaar, elkander)

Slide 6 - Slide

Wederkerend voornaamwoord
Verplicht of toevallig 

Lees mee op blz. 94 als aanvulling op het filmpje 

Slide 7 - Slide

Aan de slag 
Maak opdracht 1 (bladzijde 95)

Klaar?
Werk aan opdracht 2. Zorg dat je alle woordsoorten tot nu toe kent!! (de brug blz. 252 en 253)
timer
10:00

Slide 8 - Slide

Opdracht 4
3 zinnen met 'wat'
1x onbep.vnw, 1x vr.vnw, 1x betr.vnw
timer
3:00

Slide 9 - Open question

Week 6
Les 1: woordsoorten H3 afronden
Herhalen woordsoorten H2 en H3

Les 2: Herhalen zinsdelen/zinsdeelzinnen

Les 3: oefentoets 

Slide 10 - Slide

Upload een foto van jouw antwoorden (opdr. 2 blz. 95)

Slide 11 - Open question

Toets donderdag
  • Lesstof gezien?
  • Begin op tijd! 
  • Bereid je goed voor
  • Zit je in LessonUp in de klas? code H3C =  jhidk
  • Camera's aan tijdens de toets




Slide 12 - Slide

Wat doen we in deze les?
Woordsoorten afronden: 
1. Opdracht 2 nakijken
2.  Theorie 
   - verplicht en toevallig wederkerend
   -  Het woordje wat 
   -  Het woordje je
   -  Het woordje het
3. Tijd om vragen te stellen/oefeningen te maken 

Slide 13 - Slide

Nakijken
Mondeling

Bladzijde 95
opdracht 2 

Slide 14 - Slide

Wederkerende werkwoorden
Wederkerend = komt terug
Het werkwoord slaat terug op het onderwerp.

Slide 15 - Slide

Voorbeeld wederkerend ww
Ik vergis me wel eens.

Je kunt een ander niet vergissen, alleen jezelf. Daarom noem je dit een verplicht wederkerend werkwoord. 
Bij het werkwoord hoort een wederkerend voornaamwoord (me).

Slide 16 - Slide

Verplicht wederkerend ww
  • Slaat terug op het onderwerp
  • wederkerend voornaamwoord (me, zich, ons, je)
  • het wederkerend voornaamwoord kan niet vervangen worden door een ander woord (pers. vnw/ zn). 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Toevallig wederkerend ww
Er zijn ook werkwoorden die wederkerend gebruikt kunnen worden, zoals verwonden
  • Ik verwondde me aan de groenteschaaf. (wederkerend)
  • Ik verwondde mijn broertje met de grasmaaier. (niet-wederkerend)

Slide 20 - Slide

Vragen?
Over wederkerend en wederkerig voornaamwoord (H3)

Slide 21 - Slide

Het woordje wat
- vrag.vnw
Wat heb jij voor cadeau gekregen?
- betr.vnw
Er is niets wat ik niet kan
- onbep.vnw (wat = iets):
Ik neem wat voor je mee morgen. 

Slide 22 - Slide

Het woordje je 
- pers.vnw
Ga je morgen mee naar het strand? 
- bez.vnw
Ik vind je nieuwe tas echt leuk. 
- onbep.vnw (je = men)
Rutte zegt dat het belangrijk is dat je je laat vaccineren. 

Slide 23 - Slide

Het woordje het
- pers.vnw > Dat boek is leuk, mag ik het lenen? 
- onbep.vnw
Het is nog vroeg (tijd)
Morgen gaat het sneeuwen (weer)
Bij mijn opa en oma is het altijd gezellig 
- blw > Morgen ga ik naar het nieuwe zwembad 

Slide 24 - Slide

Extra oefenen? 
Zie Som voor wat je moet kennen en kunnen

Je kunt verder nog: 
- filmpjes Nieuw Nederlands bekijken
- filmpjes meester Nicky tv
- online extra opdrachten (ook de brug) NieuwNederlands 
- cambiumned.nl 

Slide 25 - Slide