Verbes pronominaux

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

• Voca

Dans ce cours...

• Wederkerende werkwoorden
• Zinnen

Les roues

Vervoeg de wederkerende werkwoorden in de gevraagde tijd en persoon.

Welke wederkerende werkwoorden
ken je in het Frans?

Schrijf een wederkerend werkwoord op in het Frans.

Vertaal het wederkerende werkwoord van de vorige vraag naar het Nederlands.

Is het wederkerende werkwoord van de vorige vragen zowel in het Frans als in het Nederlands wederkerend?

Welke wederkerende voornaamwoorden
zijn er in het Frans?

Sleep de wederkerende voornaamwoorden (links) naar de juiste persoonlijke voornaamwoorden (rechts).

je

tu

il/elle/on

nous

vous

ils/elles

nous

se

me

vous

te

se

In het Frans staat het wederkerend voornaamwoord ...... de persoonsvorm.

1. voor
2. achter

In de passé composé worden de wederkerende werkwoorden worden met ...... vervoegd.

1. avoir
2. être

Vervoeg:
se lever - présent - je

Vervoeg:
se réveiller - présent - vous

Vervoeg:
se laver - présent - tu

Vervoeg:
s'entraîner - présent - nous

Vervoeg:
s'habiller - présent - ils

Vervoeg:
se doucher- présent - il

Vervoeg:
s'amuser - passé composé - nous

Vervoeg:
se maquiller - passé composé - je

Vervoeg:
se brosser les dents - passé composé - elle

Vervoeg:
se coucher - passé composé - vous

Vervoeg:
s'habiller - passé composé - elles

Vervoeg:
se reposer - passé composé - tu

Maak de zin ontkennend (niet):
Il s'est brossé les dents ce matin.

Maak de zin ontkennend (niet):
Nous nous sommes entraînés à cinq heures.

Vertaal:
Hoe laat sta je op?

Vertaal:
Hoe laat ben je opgestaan?

Vertaal:
Ik ga altijd laat slapen.

Vertaal:
Wij gaan altijd laat slapen.

Vertaal:
Ik douche en ik poets mijn tanden.

Vertaal:
Ik heb mijn tanden gepoetst.

Beantwoord de vraag in het Frans:
Quelle est ta routine du matin?

Beantwoord de vraag in het Frans:
Qu'est-ce que tu fais après l'école?

Beantwoord de vraag in het Frans:
Quelle est ta routine du soir?