What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Verwijswoorden NN5e editie Taalverzorging H3
Taalverzorging H3
Al gedaan
* Tussenletters
* Meervoud
* Lastige werkwoorden
* Voltooid deelwoord
als bijv.nw
Nog doen
* Formuleren: verwijswoorden
* Trappen van vergelijking en als/dan
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
This lesson contains
16 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Taalverzorging H3
Al gedaan
* Tussenletters
* Meervoud
* Lastige werkwoorden
* Voltooid deelwoord
als bijv.nw
Nog doen
* Formuleren: verwijswoorden
* Trappen van vergelijking en als/dan
Slide 1 - Slide
Doel:
Je kunt verwijswoorden correct gebruiken.
Je weet hoe je de stellende, vergrotende en overtreffende trap gebruikt.
Je kunt als en dan correct gebruiken in een zin.
Slide 2 - Slide
Verwijswoorden
Kijk eens naar de volgende zinnen: wat klopt er niet?
Hem werd een contract aangeboden die nogal wat onduidelijkheden bevatte.
De scholier stelde de staatssecretaris voor een probleem wat ze niet direct kon oplossen.
Dat is het beste dat ik ooit gedaan heb.
Ze doen waar hun zin in hebben.
De Nederlandse scholierenbevolking heeft zijn stem laten horen.
Slide 3 - Slide
Hem werd een contract aangeboden die nogal wat onduidelijkheden bevatte.
Die moet zijn
dat
want het is
het
contract (o)
De scholier stelde de staatssecretaris voor een probleem wat ze niet direct kon oplossen.
Wat moet zijn dat want het is het probleem (o).
Slide 4 - Slide
Dat is het beste dat ik ooit gedaan heb.
Dat moet zijn wat want
na de overtreffende trap
gebruik je
wat
.
Ze doen waar hun zin in hebben.
Hun moet zijn
ze.
Hun mag je niet als onderwerp gebruiken.
De Nederlandse scholierenbevolking heeft zijn stem laten horen.
Zijn moet zijn
haar
want bevolk
ing
is een vrouwelijk woord (v).
Slide 5 - Slide
1. Regels: de- en het-woorden
Bij 'de'-woorden gebruik je deze of die.
De kast
die
omviel.
Deze
kast is omgevallen, maar
die
niet.
Bij 'het'-woorden gebruik je dit of dat:
Het meisje
dat
daar loopt.
Dit
meisje is aardig, maar
dat
meisje niet.
Slide 6 - Slide
Veelgemaakte fout:
Bij schrijfopdrachten....
De man stapte uit de auto. Toen die om zich heen keek, zag hij dat het erg druk was op de parkeerplaats.
Wat klopt hier niet? Waarom niet?
Slide 7 - Slide
2. Met wie/ waarmee
Met/ voor wie
gebruik je alleen als je naar
een mens
verwijst.
In alle andere gevallen gebruik je
waarmee
/ waarvoor/ waartegen.
Het meisje met wie
ik bevriend ben/
voor wie
ik bang ben.
De hond waarmee
ik ging wandelen/
waarvoor
ik bang ben
Slide 8 - Slide
Mannelijk of vrouwelijk?
De-woorden kunnen mannelijk of vrouwelijk zijn.
Het-woorden zijn onzijdig.
Is het niet duidelijk?
Abstracte dingen zijn altijd vrouwelijk.
Denk aan:
liefde, blijdschap, verdriet, informatie, discussie.
Je verwijst dan met zij, haar, deze of die.
Slide 9 - Slide
vrouwelijk
vrouwelijke personen of dieren
woorden op -heid, -nis, -schap (waarheid, kennis, wetenschap)
woorden op -te, -de (diepte, liefde)
woorden op -ij, -erij, -arij, -enij, -ernij (voogdij, razernij)
woorden op -ing, -st (beschaving, winst, komst)
woorden op -ie, -tie, -logie, -sofie, -agogie (familie, politie, biologie, filosofie)
Slide 10 - Slide
vrouwelijk
woorden op -theek, -teit, -iteit (discotheek, puberteit)
woorden op -tuur en -suur (natuur, censuur)
woorden op -age, -ine, -se (bagage, discipline, analyse)
woorden op -ade, -ide, -ode, -ude (tirade, periode)
woorden op -sis, -xis, -tis (crisis, syntaxis)
Slide 11 - Slide
Mannelijk
mannelijke personen of dieren
woorden met achtervoegsel -aar, -aard, -er en -erd (dronkaard, engerd)
Slide 12 - Slide
www.cambiumned.nl
Slide 13 - Link
www.cambiumned.nl
Slide 14 - Link
H4: trappen van vergelijking en als/dan
Stellende trap boos
Vergrotende trap bozer
Overtreffende trap boost
Woorden die van zichzelf al eindigen op -
st of sch
: meest verrast/ meest komisch/ het meest gepast
Vergelijking: Net zo groot
als....
Vergrotend: groter
dan....
Slide 15 - Slide
Check:
Je kunt verwijswoorden correct gebruiken.
Je weet hoe je de stellende, vergrotende en overtreffende trap gebruikt.
Je kunt als en dan correct gebruiken in een zin.
Slide 16 - Slide
More lessons like this
Bijzondere trappen van vergelijking
June 2020
- Lesson with
16 slides
by
Numo
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
1MHV Formuleren Trappen van vergelijking
June 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 1
Herhaling verwijswoorden
May 2022
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
LJ2 DT5 week 5 hoofdletters, verwijswoorden
April 2020
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Herhalen Formuleren H1-6
November 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
1 h/v : Herhalen Formuleren H1-6
May 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Formuleren H4 en H6: Verwijswoorden
June 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
formuleren herhalen brugklasstof 1-6
April 2024
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2