Hv2t Grammatica 6: redekundig ontleden, deel 1

Welkom hv2t
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Welkom hv2t

Slide 1 - Slide

10 minuten lezen

Slide 2 - Slide

Programma
  1. 10 minuten stil lezen
  2. Zijn er nog vragen over taalkundig ontleden?
  3. Redekundig ontleden, leerdoel en opfrissen theorie--nodig?
  4. redekundig ontleden, nakijken opdracht 1 , blz 26
  5. redekundig ontleden, maken opdracht 2-3-4
  6. Afsluiting en vooruitblik - boekopdracht

Slide 3 - Slide

Redekundig ontleden
persoonsvorm
onderwerp
werkwoordelijk gezegde

Slide 4 - Slide

Wat is de allereerste stap als je een zin gaat ontleden?
A
Hard huilen
B
De zin in zinsdelen verdelen
C
Het onderwerp zoeken
D
De persoonsvorm zoeken

Slide 5 - Quiz

Op welke manier kan je de persoonsvorm uit de zin halen?

Slide 6 - Open question

De leerlingen gaan de leerstof van redekundig ontleden herhalen.
Wat is de persoonsvorm?

Slide 7 - Open question

Strepen tussen zinsdelen
Als je de pv gevonden hebt, zet je strepen tussen de zinsdelen.
Dit doe je zo:
  1. Zet een streep voor en achter de pv.
  2. De woorden die voor de pv staan vormen één zinsdeel.
  3. Plaats steeds een ander woord of groepje woorden voor de pv, dus verander de volgorde van de zin.
  4. De woorden die bij elkaar voor de pv kunnen staan, vormen steeds één zinsdeel. Zet strepen tussen deze zinsdelen, zie ook blz 192!

Slide 8 - Slide

Waar horen de strepen te staan?
In (1) de (2) klas (3) lachen (4) de (5) leerlingen (6) om (7) een (8) grap (9) van (10) de (11) docent.
A
Op plaats 1, 3, 4, 6 en 9.
B
Op plaats 3, 4 en 6
C
Op plaats 4, 6, 7 en 9
D
Op plaats 3, 6, 7 en 9

Slide 9 - Quiz

Waar of niet waar:
Als je het onderwerp van de zin wilt weten,
stel je de vraag 'Wie/wat +pv?'. (zie blz 193)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Wat is het onderwerp van deze zin:
Gisteren heeft Tara de dure vaas op de grond laten vallen.
A
Heeft
B
De dure vaas
C
Tara
D
Gisteren

Slide 11 - Quiz

 Bespreek met de kennis van nu de antwoorden van opdracht 1 met je klasgenoot
Vragen?
Maak opdracht 2-->

Snap je het? dan mag je verder met je huiswerk opdracht 3 en 4!
Vind je het lastig, dan oefenen we nog even verder!





Slide 12 - Slide

Opdracht 1
a.    Persoonsvorm: treedt op                               Onderwerp: De Britse komiek
b     Persoonsvorm: zal                                            Onderwerp: De spelshow over wetenschap
c     Persoonsvorm: voorspelden                        Onderwerp: de kenners
d     Persoonsvorm: komt                                       Onderwerp: de grootste dino-expositie van Europa
e     Persoonsvorm: stapt over                             Onderwerp: Uber
f     Persoonsvorm: zal                                             Onderwerp: Het aantal mantelzorgers in Nederland
g    Persoonsvorm: hebben                                   Onderwerp: ‘Gezellig’ Breda en ‘bruisend’ Almere
h    Persoonsvorm: heeft                                       Onderwerp: de politie


Slide 13 - Slide

Afsluiting en vooruitblik  

 Woensdag 29 januari  schrijfopdracht boek 2
Spelen met tijd (en ruimte)  fictie 22 & 23
Schrijfvaardigheid 9 & 10
Feedback vorige opdracht
Denk aan het meenemen van je leesboek en laptop. Je mag ook je kernboek erbij houden.

Huiswerk 4 februari- afmaken opdr 2, en maken opdr 3 & 4 blz 26-26


Slide 14 - Slide