Voeding

Levensmiddelenleer
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Levensmiddelenleer

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kunnen jullie:
  • Uitleggen wat we bedoelen met de voedingsindustrie
  • Vertellen welke wetgevingen er belangrijk zijn met betrekking tot de voedingsindustrie en welke keurmerken we kennen
  • Productietechnieken herkennen en benoemen
  • Uitleggen wat voor instanties TNO, RIVM, NIZO en Wageningen UR zijn



Slide 2 - Slide

Inhoud
Voedselproductie en diverse sectoren
Biotechnologie
Productietechnieken
Distributie
Verpakkingsmaterialen
Wetgevingen
Codex Alimentarius
Afsluiting

Slide 3 - Slide

Levensmiddelenleer

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Voedselproductie
  • Agrarische sector
  • Dierenwelzijn
  • Dierwelzijn
  • Biologische landbouw
  • Biotechnologie

Slide 7 - Slide

Agrarische sector
  • Bestaat uit: Tuinbouw, landbouw, veehouderij en visserij
  • Omvat 10% van de omzet van Nederlandse economie
  • Aantal bedrijven nemen af, maar omzet gelijk
  • Op 1 na grootste exporteur 
  • Groenten, fruit, bloemen, melk, vlees
  • machines, zaaizaad en kunstmest

Slide 8 - Slide

Dierenwelzijn en Visserij
  • Lichamelijke en geestelijke gezondheid 
  • Per diersoort zijn er regels
  • Wij hebben hier invloed op

Slide 9 - Slide

Welke instanties zijn
betrokken bij welzijn voor
dieren?

Slide 10 - Mind map

Welzijn van dieren
  • NVWA
  • Dierenbescherming
  • Gemeenschappelijke visserijbeleid (regionaal adviesraad)
  • Fisheries Control Agency
  • Ministerie van landbouw, natuur, voedselveiligheid
  • Wet dieren

Slide 11 - Slide

Biologische landbouw
  • Milieu, mens en diervriendelijke productie
  • Gezondheid bevorderende of bewakende producten
  •  Veilig en ethisch verantwoorde producten
  • Geen chemische of synthetische bestrijdingsmiddelen
  • Dieren gehouden onder zo natuurlijk mogelijke omstandigheden
  • Geen genetisch gemodificeerde organismen toepassen
  • Seizoensgebonden producten 

Slide 12 - Slide

Wat betekend dit keurmerk?
A
Milieu centraal keurmerk
B
Gaat over eerlijke handel
C
biologische producten met liefde voor aarde, mens en dier
D
Duurzame non-food producten

Slide 13 - Quiz

War is het verschil tussen
Biologische landbouw
en 
Biodynamische landbouw?

Slide 14 - Slide

Biologisch
  • 95% biologische ingrediënten
  • Geen chemische bestrijding
  • Geen kunstmatige bestrijding
  • Geen genetische modificatie
  • Welzijn van de dieren
  • Pure producten
  • Zo min mogelijk ingrijpen
Biodynamisch
  • Alle aspecten van biologisch
  • Holistische kijk op natuur en boerderij leven
  • Boer produceert meerdere producten
  • Kippen met snavel, koe met hoorns enz. 
  • Veelal zelfvoorzienende bedrijfsvoering

Slide 15 - Slide

Biotechnologie

Slide 16 - Slide

Productietechnieken
- Verkleinen
- Separeren
- Extraheren
- Fractioneren
- Modificeren
- Drogen
- Warmtebehandeling
- Emulgeren
- Fermenteren
- Isoleren
- Extruderen

Slide 17 - Slide

Distributie van levensmiddelen
- Verbindende schakels > producenten en consumenten
- Kwaliteitsbeheersing
- Kostenbeheersing
- Aan- en afvoer van producten
- Tijd 
- Temperatuur
- Verpakkingen

Slide 18 - Slide

Verpakkingsmaterialen
- Noodzakelijk
- Technologisch
- Logistiek
- Marketing
- Informatie; gewicht, keurmerk, houdbaarheid.
- Barcode

Slide 19 - Slide

Levensmiddelen-wetgeving

- Regels en voorschriften productie van handel in eet en drinkwaren.
- Voedselkwaliteit.
- Voedselveiligheid.

Slide 20 - Slide

Verschillende wetten

- Warenwet
- Landbouwkwaliteitswet
-Bestrijdingsmiddelenwet
- Product en bedrijfschappen

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Vragen? 

Slide 23 - Slide