41 - 1VMA - Herhaling grammatica 3.7 + spelling 3.8








Plattegrond van meneer Biesheuvel




Planning van het eerste uur:

  • Herhaling grammatica
  • Spelling

Planning van het tweede uur
  • Spelling

Aan het einde van deze les
  • heb ik geoefend met het werkwoordelijk gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp; 
  • weet ik hoe ik de verleden tijd van sterke werkwoorden spel; 
  • weet ik hoe ik het meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijf. 
WELKOM 1A :)
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson








Plattegrond van meneer Biesheuvel




Planning van het eerste uur:

  • Herhaling grammatica
  • Spelling

Planning van het tweede uur
  • Spelling

Aan het einde van deze les
  • heb ik geoefend met het werkwoordelijk gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp; 
  • weet ik hoe ik de verleden tijd van sterke werkwoorden spel; 
  • weet ik hoe ik het meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijf. 
WELKOM 1A :)

Slide 1 - Slide

                   Individueel werken 
timer
5:00
Wat
Speel de quizz en win!  

Ga naar quizizz.com/join en voer de code in. 

Hoe
Individueel, in stilte 
Hulp
Geen
Tijd
Tot iedereen klaar is 
Uitkomst
We bespreken straks de moeilijkste vragen. 
Klaar
Lees in je leesboek. 

Slide 2 - Slide

Zelfstandig naamwoord
Wat was dat ook alweer?

Slide 3 - Slide

Zelfstandig naamwoord: meervoud

  • - en erachter > boek-boeken
  • -s erachter > drempel-drempels

    Slide 4 - Slide



    • Woord eindigt op een medeklinker 
    • Woord eindigt op een -e
    • Woord eindigt op meerdere klinkers

    Voorbeeld:
    computer - computers
    garage - garages
    kusje - kusjes
    cadeau - cadeaus
    display - displays


    • Woord eindigt op één klinker 
    (a, o, u, i, y)


    Voorbeeld:
    kassa - kassa's 
     paraplu - paraplu's
    taxi - taxi's 
     auto - auto's
    s
    's
    + LET VOORAL OP DE KLANK ALS JE HET UITSPREEKT! 
    + Sommige zelfstandig naamwoorden hebben twee vormen in het meervoud > gedachten/gedachtes 

    Slide 5 - Slide

    Afkortingen

    Afkortingen van zelfstandige naamwoorden, schrijf je ook met 's.


    Voorbeeld:
    tv's

    dj's

    wc's

    Slide 6 - Slide

                       Individueel werken 
    timer
    10:00
    Wat
    Maak opdracht 7 t/m 9 van 3.8 (Spelling) 
    Hoe
    Individueel, in stilte 
    Hulp
    Geen
    Tijd
    10 minuten 
    Uitkomst
    We bespreken straks de moeilijkste vragen. 
    Klaar
    Lees in je leesboek. 

    Slide 7 - Slide

    Werkwoorden
    1. sterk
    - hebben hun eigen vorm in de verleden tijd (stoer en sterk) 
    - klinker verandert in de verleden tijd
    - voltooid deelwoord eindigt meestal op -en 

    2. zwak of regelmatig
    - worden altijd hetzelfde vervoegd als hééél veel andere werkwoorden (saaai en slap)
    - eindigen op -de en -te in de verleden tijd




    3. onregelmatig



    dragen - droeg
    spelen - speelde
    zijn - was

    Slide 8 - Slide

    Hoe spel je 
    sterke werkwoorden?

    Zoals je ze hoort!

    Slide 9 - Slide

    Sterke werkwoorden: hoe spel je ze?




    • Zoals je het hoort! 
    • Persoonsvorm: zo kort mogelijk! 
    • Twijfel je over een -d of een -t, maak dan de persoonsvorm langer (stond - stonden en niet stonten) 

    (Sterk werkwoord: de klank van het werkwoord verandert in de verleden tijd:
    zien - ik zag - wij zagen)

    Slide 10 - Slide

                       Individueel werken 
    timer
    10:00
    Wat
    Maak opdracht 3 t/m 5  van 3.8 (Spelling) 
    Hoe
    Individueel, in stilte 
    Hulp
    Geen
    Tijd
    10 minuten 
    Uitkomst
    We bespreken straks de moeilijkste vragen. 
    Klaar
    Lees in je leesboek. 

    Slide 11 - Slide

    Afspraken maken boekpresentatie

    Slide 12 - Slide

    We gaan een spel doen. Dat is leuk, maar: 

    - Ik wil dat iedereen goed oplet tijdens de uitleg, anders weet niemand wat de bedoeling is. 
    - Dus: stilte en aandacht.

    Slide 13 - Slide

                       Samenwerken
    timer
    7:00
    Wat
    Doe de spellings-bingo! 
    Zorg dat de vragen op je bingokaart goed zijn ingevuld. Maar: je mag niet zelf op je blad schrijven, je moet een klasgenoot vragen om dat voor jou te doen. Controleer dus goed of hij/zij het wel goed doet! Je mag niet twee keer achter elkaar dezelfde klasgenoot vragen. 
    Hoe
    Individueel
    Hulp
    Help elkaar. 
    Tijd
    10 minuten 
    Uitkomst
    Degene die als eerst een volle, goede bingokaart bij mij inlevert, krijgt na de vakantie een kop koffie, thee of chocolademelk. Je mag het uiterlijk twee keer proberen. 
    Klaar
    Heb je de bingokaart vol? Controleer hem goed en kom hem laten zien. 

    Slide 14 - Slide

    Slide 15 - Slide

    Stillezen
    Wat: Lees in stilte in je leesboek of werk aan je boekpresentatie
    Hoe: Individueel
    Hulp: Geen
    Tijd: Tot het einde van de les 

    Slide 16 - Slide

    Samenvatting van de les
    Jij
    • hebt geoefend met het werkwoordelijk gezegde, onderwerp en lijdend voorwerp;
    • weet hoe je de verleden tijd van sterke werkwoorden spelt;
    • weet hoe je het meervoud van zelfstandige naamwoorden schrijft. 

    Huiswerk 

    GEBED

    Slide 17 - Slide