What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Toets Ontwikkelingspsychologie 1
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Onderwijsassistenten
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Succes!
Slide 3 - Slide
In het begrip ’ontwikkelingspsychologie’ liggen twee woorden besloten, namelijk: ontwikkelen en psychologie.
Ontwikkelen is:
A
groeien
B
duurzaam veranderen
C
vooruitgaan
Slide 4 - Quiz
In het begrip ’ontwikkelingspsychologie’ liggen twee woorden besloten, namelijk: ontwikkelen en psychologie.
Psychologie is:
A
de wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert.
B
de wetenschap die de ontwikkeling bestudeert.
C
de wetenschap die de groeiprocessen bestudeert.
Slide 5 - Quiz
Wij besteden veel tijd aan de omgang met andere mensen en de ontwikkeling van empathie.
De gevoelens van vertrouwen en veiligheid spelen hierbij een grote rol.
Met spelletjes trainen we de motorische en de zintuiglijke ontwikkeling.
De ontwikkeling van taal en de ontwikkeling van denken hangen nauw met elkaar samen.
De kinderen krijgen de ruimte voor ontwikkeling van de eigen wil en de bewustwording, en voor de vorming van de eigen opvattingen.
De kinderen worden zich ervan bewust dat ze een jongetje of een meisje zijn.
Sleep het ontwikkelingsaspect naar de juiste uitspraak.
Cognitief
Emotioneel
Lichamelijk
Persoonlijkheid
Seksueel
Sociaal
Slide 6 - Drag question
Wat is een ontwikkelingstaak?
A
Een bepaald kenmerkend gedrag dat hoort bij een ontwikkelingsfase.
B
Zijn taken die een kind of jongere beheerst.
C
Een stap die iedere persoon in zijn ontwikkeling moet nemen om verder te komen in die ontwikkeling.
D
Ontwikkelingstaken zijn ontwikkelingsgebieden, bijvoorbeeld de lichamelijke of cognitieve ontwikkelingstaak.
Slide 7 - Quiz
Carmen kan op vierjarige leeftijd al goed piano spelen.
Dit is een voorbeeld van:
A
interne factoren
B
zelfbepaling
C
externe factoren
Slide 8 - Quiz
Nina ligt graag in de zon. Al op 25-jarige leeftijd heeft ze voor het eerst huidkanker.
Dit is een voorbeeld van:
A
interne factoren
B
zelfbepaling
C
externe factoren
Slide 9 - Quiz
Joram spreekt Fries. Thuis spreken ze dat gewoonlijk.
Dit is een voorbeeld van:
A
interne factoren
B
zelfbepaling
C
externe factoren
Slide 10 - Quiz
Karim kiest voor de opleiding pedagogisch werk. Zijn ouders vinden het een meidenopleiding. Toch zet Karim door.
Dit een voorbeeld van:
A
interne factoren
B
zelfbepaling
C
externe factoren
Slide 11 - Quiz
Sleep de leeftijd naar de juiste doelgroep.
Peuter
Schoolkind
Kleuter
Puber
Volwassene
Adolescent
Baby
6-12 jaar
25-67 jaar
4-6 jaar
17-25 jaar
0-18 maanden
2-4 jaar
12-17 jaar
Slide 12 - Drag question
De ontwikkeling van een mens start niet pas bij de geboorte.
Welke uitspraak is juist?
A
De prenatale ontwikkeling is de ontwikkeling van de mens vanaf de conceptie tot de embryo-vorming.
B
De prenatale ontwikkeling vindt plaats gedurende de weken dat een embryo zich ontwikkelt tot foetus
C
De prenatale ontwikkeling is de ontwikkeling van de mens vanaf de conceptie tot het geboren worden.
D
De prenatale ontwikkeling is de ontwikkeling van de mens vanaf de embryo-vorming tot aan geboorte.
Slide 13 - Quiz
Zuurstofgebrek tijdens de geboorte kan hersenletsel tot gevolg hebben.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 14 - Quiz
Zuurstofgebrek tijdens de geboorte kan tot lichamelijke beperkingen leiden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quiz
Hersenletsel dat tijdens de geboorte is ontstaan, leidt bijna altijd tot grote beperkingen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 16 - Quiz
Het aantal vroeggeboorten in Nederland stijgt.
Waar heeft dit mee te maken?
Meerdere antwoorden zijn juist!
A
Vrouwen worden op steeds hogere leeftijd zwanger.
B
Vrouwen zijn lichamelijk actiever dan vroeger.
C
Het aantal IVF-zwangerschappen neemt toe.
D
Het aantal tweelingzwangerschappen neemt toe.
Slide 17 - Quiz
De eerste bewegingen die een pasgeborene maakt, zijn reflexbewegingen.
Een reflex is:
A
een aangeleerde reactie of beweging
B
een automatische reactie of beweging
C
een doelgerichte reactie of beweging
D
Het aantal tweelingzwangerschappen neemt toe.
Slide 18 - Quiz
De lichamelijke ontwikkeling die een baby doormaakt, is ongekend groot.
In welke drie opzichten is de lichamelijke ontwikkeling groot?
A
fijne motoriek, zintuigen en breedte.
B
fijne motoriek, zintuigen en lengte.
C
grove motoriek, zintuigen en breedte.
D
grove motoriek, zintuigen en lengte.
Slide 19 - Quiz
Sleep de begrippen in de juiste volgorde.
Een baby leert zijn spieren te beheersen die volgens een vaste route.
Deze route verloopt als volgt:
1
2
3
4
dichterbij naar veraf
ongericht naar gericht
boven naar beneden
grof naar fijn
Slide 20 - Drag question
Sleep het juiste begrip naar de stippellijn.
Als een baby dingen leert door anderen na te doen, spreken we van..............................leren.
Als een baby dingen leert door ze zelf te doen, spreken we van................................leren.
Als een baby dingen leert door ze eindeloos te oefenen en opnieuw te doen, spreken we van.............................leren.
ervarend
herhalend
imiterend
Slide 21 - Drag question
Wat is objectpermanentie?
A
De fase in de taalverwerving waarin de baby spraakklanken oefent.
B
De fase waarin de baby het besef krijgt dat mensen en voorwerpen blijven bestaan, ook als ze niet zichtbaar zijn.
C
De fase waarin de baby het besef krijgt dat mensen en voorwerpen kunnen verdwijnen, ook als ze zichtbaar zijn.
D
De fase waarin de baby objecten leert onderscheiden en de naam ervan kan geven.
Slide 22 - Quiz
Wat verstaat met onder zelfbesef is?
A
Het besef dat ieder mens anders is.
B
Het besef dat men een geheel is van de rest van de wereld.
C
Het besef dat men los van de rest van de wereld staat.
D
Het besef dat men onderdeel uitmaakt van de wereld om zich heen.
Slide 23 - Quiz
Wat verstaat men onder temperament?
A
De aangeboren manier waarop iemand reageert op bepaalde omstandigheden.
B
De aangeleerde manier waarop iemand omgaat met bepaalde omstandigheden.
C
De aangeleerde manier waarop iemand reageert op bepaalde omstandigheden.
D
De opvolgende manier waarop iemand reageert op bepaalde omstandigheden.
Slide 24 - Quiz
Sleep het juiste begrip naar de stippellijn.
Het ……………………………………………………….. is het spel waaraan een wedstrijdelement verbonden is.
Het ………………………………………………………… is het spel waarbij het kind iets maakt.
Wanneer een kind samen met anderen speelt, heet dit ………………………………………………………………… .
………………………………………………………………. stimuleert de sensomotorische ontwikkeling van de baby.
presentatiespel
constructiespel
sociaal spel
bewegingsspel
Slide 25 - Drag question
Einde toets!
Slide 26 - Slide
More lessons like this
toets voorbereiding basistoets
September 2024
- Lesson with
48 slides
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 1
ONTW. P1 Bijeenkomst 4 (2022)
February 2021
- Lesson with
26 slides
Onderwijsassistenten
MBO
Studiejaar 1
Een uitdagende speel leeromgeving
January 2022
- Lesson with
50 slides
Pedagogisch werk
MBO
Studiejaar 1,3
Ontwikkelingspsychologie - Wat is ontwikkelingspsychologie?
September 2024
- Lesson with
27 slides
Ontwikkelingspsychologie
MBO
Studiejaar 1
Ontwikkelingspsychologie - Wat is ontwikkelingspsychologie?
August 2023
- Lesson with
32 slides
Ontwikkelingspsychologie
MBO
Studiejaar 1
Klas YNV3A les 3
May 2024
- Lesson with
31 slides
Welzijn
MBO
Studiejaar 1
BBL, module 4, les 1
September 2023
- Lesson with
13 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2
BBL, module 4, les 1
September 2023
- Lesson with
14 slides
Verpleging en verzorging
MBO
Studiejaar 2