taal thema 6 extra meewerkend + lijdendvoorwerp

thema 6 
het lijdend voorwerp
het meewerkend voorwerp
1 / 19
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

thema 6 
het lijdend voorwerp
het meewerkend voorwerp

Slide 1 - Slide

het lijdend voorwerp
wie/wat +  gezegde + onderwerp?

Bob heeft een cadeau gekocht.

wat heeft Bob gekocht?

Slide 2 - Slide

Max heeft een voetbal gevonden.

Wat heeft Max gevonden?
A
voetbal
B
gevonden
C
Max
D
een voetbal

Slide 3 - Quiz

Wij gaan een brood kopen.

Wat gaan wij kopen?
A
kopen
B
wij gaan
C
brood
D
een brood

Slide 4 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?

Jack is zijn huiswerk aan het maken.
A
huiswerk
B
aan het maken
C
zijn huiswerk
D
Jack

Slide 5 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?

Wij lezen het goed door.
A
wij
B
lezen
C
het
D
goed

Slide 6 - Quiz

Wat is het lijdend voorwerp?

We vertellen haar het geheim.
A
vertellen
B
het geheim
C
geheim
D
we vertellen

Slide 7 - Quiz

aan wie/wat + gezegde + ow + lv?
gezegde = alle werkwoorden
ow = onderwerp
lv = lijdend voorwerp

Slide 8 - Slide

het meewerkend voorwerp
aan of voor wie/wat +  gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp?

Bob heeft een cadeau gekocht voor Sam.
voor wie heeft Bob een cadeau gekocht?

Slide 9 - Slide

Thomas gaf Bob een appel.

aan of voor wie/wat + gezegde + ow + lv?
AAN WIE GAF THOMAS EEN APPEL?

Slide 10 - Slide

Joris geeft een papiertje aan Oma.

Aan wie geeft Joris een papiertje?
A
aan Oma
B
Oma
C
geeft
D
een papiertje

Slide 11 - Quiz

Mijn Oma geeft Joris een snack.

Aan wie geeft mijn Oma een snack?

A
aan mij
B
mijn Oma
C
Joris
D
geeft

Slide 12 - Quiz

De meester legt de kinderen wat uit.

Aan wie legt de meester wat uit?
A
de kinderen
B
legt
C
de meester
D
uitleggen

Slide 13 - Quiz

De kinderen vragen de meester om uitleg.

Aan wie vragen de kinderen om uitleg?
A
de kinderen
B
vragen
C
de meester
D
aan de meester

Slide 14 - Quiz

Nu zelf proberen...

Slide 15 - Slide

Wat is het meewerkend voorwerp?

Papa geeft Bodie een cadeautje.

A
papa
B
aan papa
C
aan Bodie
D
Bodie

Slide 16 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?

Sem geeft de sleutels aan Dani.

A
Sem
B
aan Dani
C
Dani
D
aan Sem

Slide 17 - Quiz

Wat is het meewerkend voorwerp?

Dylan geeft Maarten een harde duw.

A
Maarten
B
Dylan
C
aan Maarten
D
aan Dylan

Slide 18 - Quiz

maken:
1. taaloefenen > gezegde + onderwerp
2. taaloefenen > lijdend voorwerp
3. taaloefenen > meewerkend voorwerp
4. alle lijsten spellingoefenen en taaloefenen

Slide 19 - Slide