This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is er fout aan deze zin? Vandaag gingen wij naar de studie tijdens de 3 de lesuur en toen zei de leerkracht tegen ons dat we geen studie hadden in de refter, daarna zijn we gaan zoeken waar we studie hadden maar we vonden niks.
Slide 2 - Open question
Een goed leesbare zin is niet langer dan...
A
10 woorden
B
15 woorden
C
20 woorden
D
25 woorden
Slide 3 - Quiz
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Waarom is een antwoord als 'Is goed' geen correcte zin? Wat ontbreekt er?
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
'Omdat ik honger heb.' Als ik deze zin zou schrijven is dat een correcte zin.
A
ja
B
neen
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Is dit een correcte zin? Ik heb de boek niet gelezen want de thema interesseert mij niet.
A
ja
B
nee
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Wat is er fout aan deze zin? De leerkracht dat afwezig is, heeft zwangerschapsverlof.
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Ik vind dat ze de kerncentrales moeten sluiten. Ze doen niets aan onze energiefactuur.
Welk woord zorgt voor onduidelijkheid in deze zinnen?
Slide 19 - Mind map
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Dit is een correcte zin: "Dat zijn dingens die ik niet weet."
ja
nee
Slide 22 - Poll
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Welke fouten staan in deze zin: 'Ik vindt dat ook want ik ben franstalig.'
Slide 26 - Mind map
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Slide
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
Slide 33 - Slide
"Hij is even oud als ik." Dit is een correcte zin.
ja
nee
Slide 34 - Poll
Slide 35 - Slide
Welke vorm gebruik je in deze zin: Ik kan me ...niet herinneren wat ik gisteren gedaan heb.
A
zelf
B
zelfs
Slide 36 - Quiz
Slide 37 - Slide
Welke vorm gebruik je in deze zin? Ik heb dat ...gelezen.
A
eens
B
is
Slide 38 - Quiz
Slide 39 - Slide
Welke vorm gebruik je in deze zin? ... zusje is lief.
A
Mijn
B
Men
Slide 40 - Quiz
Slide 41 - Slide
Welke vorm gebruik je in deze zin? Is dat ... boek?
A
u
B
uw
Slide 42 - Quiz
Slide 43 - Slide
Welke vorm gebruik je in deze zin? Mijn broer ... Tanguy.