frans grammatica h 1,2,3

Grammatica
hoofdstuk 1,2 en 3
1 / 40
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Grammatica
hoofdstuk 1,2 en 3

Slide 1 - Slide

Inhoud
  • lidwoorden
  •  persoonlijk voornaamwoord
  • bezittelijk voornaamwoord
  • werkwoord être
  • werkwoord avoir
  • de ontkenning
  • uitgangen regelmatige werkwoorden

Slide 2 - Slide

Lidwoorden
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
de
le/ l'
la/ l'
les
het
le/ l'
la/l'
les
een
un
une
X

Slide 3 - Slide

Voorbeelden
  1. le chien --> mannelijk
  2. la balle --> vrouwelijk
  3. le campeur --> mannelijk
  4. les copains --> meervoud

Slide 4 - Slide

un prix
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
meervoud

Slide 5 - Quiz

la plage
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
meervoud

Slide 6 - Quiz

le prix
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
meervoud

Slide 7 - Quiz

les copains
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
meervoud

Slide 8 - Quiz

une semaine
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
meervoud

Slide 9 - Quiz

persoonlijke voornaamwoorden
ik= je
jij= tu
hij/zij/wij= on
wij= nous
jullie/uw= vous
zij (mannelijke vorm)= ils
zij (vrouwelijke vorm)= elles

Slide 10 - Slide

oefenen
  1. ik =
  2. je
  3. jij=
  4. tu
  5. hij/zij/wij=
  6. on 

Slide 11 - Slide

oefenen
  1. wij=
  2. nous
  3. jullie/u=
  4. vous 
  5. zij (mannelijke en vrouwelijke vorm)
  6. ils, elles

Slide 12 - Slide

bezittelijke voornaamwoorden
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn/haar
son
sa
ses
ons/onze
notre
notre
nos
jullie/uw
votre
votre
vos
hun
leur
leur
leurs

Slide 13 - Slide

le chien --(mijn)..... chien

Slide 14 - Open question

la balle-- (onnze)........ balle

Slide 15 - Open question

(jouw).........copains

Slide 16 - Open question

werkwoord être
je suis
tu es
il/elle/on est
nous sommes
vous êtes
ils/elles sont

Slide 17 - Slide

Nous............. des étudiants.

Slide 18 - Open question

Tu.............. Allemand?

Slide 19 - Open question

Marie ............. absente aujourd’hui.

Slide 20 - Open question

Marc et Stéphanie .......... parisiens.

Slide 21 - Open question

werkwoord avoir
j'ai
tu as
il/elle/on a
nous avons
vous avez
ils/elles ont

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Est-ce que tu ………….. des problèmes?

Slide 24 - Open question

Claire ………… les cheveux blonds.

Slide 25 - Open question

Pierre et moi, nous …………… une bonne idée.

Slide 26 - Open question

vous …………… une très bonne classe.

Slide 27 - Open question

De ontkenning
ne             persoonsvorm        pas


je krijgt n' als de pv begint met een klinker.
je n'aime pas              je ne suis pas


Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

maak de zin ontkennend
Je suis petit. - Je.......................

Slide 30 - Open question

maak de zin ontkennend
Tom est vieux. - Tom..................

Slide 31 - Open question

maak de zin ontkennend
Tu es mon copain. - Tu ...................

Slide 32 - Open question

maak de zin ontkennend
Elle est triste. - ................

Slide 33 - Open question

Uitgangen van regelmatige werkwoorden

je --> e
tu --> es
il/elle/on --> e
nous --> ons
vous --> ez
ils/elles --> ent

Slide 34 - Slide

werkwoord eindigt op -er
wat je doet:
hele werkwoord -er = stam
stam+uitgang

Bv:
chercher
stam= cherch        je= stam+e dus  cherche

Slide 35 - Slide

Tu..............(habiter) la même maison.

Slide 36 - Open question

Ils .............(lancer) des papiers dans la poubelle pour passer le temps.

Slide 37 - Open question

Lucile ................(trouver) que le devoir est
trop simple.

Slide 38 - Open question

Je ............(parler) à ma sœur mais elle ne m'écoute pas.

Slide 39 - Open question

Einde lessonup

Slide 40 - Slide