What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
ABR6 02.12.2024
Welkom
02.12.2024
1 / 35
next
Slide 1:
Slide
Anders
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
35 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
180 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
02.12.2024
Slide 1 - Slide
Planning
Voortgangstoets 1 Luisteren
Terugblik
Start thema 3
Slide 2 - Slide
Terugblik
Bespreken Taalkaart 6
Slide 3 - Slide
Start thema 3
Wat is het onderwerp van thema 3?
Wat weet je al over het onderwerp?
Slide 4 - Slide
3.1
Bekijk de afbeelding bij opdr. 1
Heb jij weleens zo'n bord gezien?
Hangt er in jouw buurt zo'n bord?
Wat betekent buurtpreventie, denk je?
Vind je buurtpreventie belangrijk? Waarom?
Ben je lid van een buurtapp? Waarom wel? Waarom niet?
Slide 5 - Slide
3.1
Bekijk opdr. 2
Wat vind jij?
Beantwoord de vragen
Bespreken
Slide 6 - Slide
3.1
Bekijk het blauwe blokje op blz. 86
Samen lezen
Slide 7 - Slide
3.1
Lees zelfstandig de gesprekjes op blz. 87
Maak zelfstandig opdr. 3 + 4
Bespreken
Slide 8 - Slide
3.1
Samen luisteren (opdr. 6)
Slide 9 - Slide
3.1
Maak tweetallen
Praat samen (opdr. 7 + 8)
Slide 10 - Slide
3.1
Bekijk het rode blokje op blz. 89
Met het woordje -kant kun je aangeven
waar iets is
.
Bijvoorbeeld: Aan de
rechterkant
van plein is het gemeentehuis.
Slide 11 - Slide
3.1
Klassikaal: opdr. 9
Slide 12 - Slide
3.1
Opdracht:
Maak een groepje van 3 cursisten
Loop door de school
Maak foto's van 4 dingen. Schrijf over elke foto 6 zinnen.
Gebruik de woorden voorkant, achterkant, rechterkant, linkerkant, onderkant en bovenkant
Tijd: 25/30 minuten
Slide 13 - Slide
3.1
Bekijk het rode blokje op blz. 91
Bijzondere meervoudsregels
twee --> tweeën
zee --> zeeën
idee --> ideeën
Regel: woorden op
-ee
krijgen bij meervoud +
ën
ë/ï --> twee puntjes heten een
trema
Slide 14 - Slide
www.taal-oefenen.nl
Slide 15 - Link
3.1
vrijheid --> vrijheden
schoonheid --> schoonheden
snelheid --> snelheden
mensheid --> mensheden
Regel: woorden op
-heid
krijgen bij meervoud
-heden.
Slide 16 - Slide
3.1
monteur
regisseur
conducteur
souffleur
ambassadeur
redacteur
Regel:
beroepen
op
-eur
krijgen bij meervoud een
-s
.
Slide 17 - Slide
www.dutchgrammar.com
Slide 18 - Link
3.1
'Speciale woorden'
Bijvoorbeeld:
bedrag --> bedragen
slot --> sloten
blad --> bladen
weg --> wegen
Regel: Er zijn bepaalde woorden met een
korte klank
die in het
meervoud
een
lange klank
krijgen.
Slide 19 - Slide
www.dutchgrammar.com
Slide 20 - Link
3.1
blad --> bladeren
ei --> eieren
kind --> kinderen
lied --> liederen
rund --> runderen
rad --> raderen
Sommige woorden hebben bij meervoud
-eren
Slide 21 - Slide
educatie-en-school.infonu.nl
Slide 22 - Link
3.1
Bij sommige woorden moet je het meervoud uit je hoofd leren.
Bijvoorbeeld:
broer --> broers
e-mail --> e-mails
oom --> ooms
stad --> steden
Slide 23 - Slide
www.goedverwoord.nl
Slide 24 - Link
3.1
Bekijk opdracht 13
Welke woorden zijn meervoud?
Zet een rondje om de woorden in het meervoud.
Schrijf het meervoud van de woorden op die nog niet in het meervoud staan.
Bespreken
Slide 25 - Slide
3.1
Pak werkblad 3.1a
Je gaat oefenen met het schrijven van enkelvoud/meervoud.
Let goed op de juiste vorm!!
Bespreken
Slide 26 - Slide
3.1
Klassikaal: opdr. 15
Slide 27 - Slide
3.1
Maak tweetallen
Pak werkblad 3.1b
Praat samen
Wat zie je? Maak minimaal
2 zinnen
.
Slide 28 - Slide
3.1
Pak een stuk (lijntjes)papier
Draai het rad
Schrijf op je papier het meervoud van het woord.
Bespreken
Slide 29 - Slide
3.1
Dictee
Luister naar de zinnen
Schrijf de zinnen op
Bespreken
Slide 30 - Slide
3.1
Maak tweetallen
Pak werkblad 3.1c
Cursist A zegt welke foto's hij/zij heeft.
Kies één van de foto's en leg uit waarom.
Vraag cursist B naar zijn/haar keuze.
Vertel daarna wat er op de foto's staat.
Slide 31 - Slide
3.1
Bekijk opdracht 18.
Je maakt de berichten af.
Gebruik daarvoor de woorden die tussen haakjes staan.
Klaar?
Bespreek jouw antwoorden met een medecursist.
Klassikaal bespreken.
Slide 32 - Slide
3.1
Pak werkblad 3.1d
Schrijf een bericht.
Je bent aan het werk in huis of in de tuin. Je wilt iets van iemand anders lenen. Je schrijft een bericht in de buurtapp. Bedenk
zelf een situatie of kies uit de voorbeelden hieronder. Schrijf op 1) wat je nodig hebt, 2) waarom je het nodig hebt en 3) vraag of
iemand je kan helpen.
Klaar? Lees het bericht van een medecursist. Schrijf een antwoord onder het bericht. Lees daarna een ander bericht van een
medecursist en het antwoord eronder. Schrijf daaronder nog een antwoord op het bericht
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Afsluiting
Slide 35 - Slide
More lessons like this
ABT3 04.10.24
October 2024
- Lesson with
26 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
ABT3 06.12.2024
17 days ago
- Lesson with
19 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
ABT3 15.11.2024
November 2024
- Lesson with
16 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
ABR7 03.09.2024
September 2024
- Lesson with
15 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
KNM 3.3 + 3.4
July 2024
- Lesson with
27 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
ABR7 01.10.2024
September 2024
- Lesson with
40 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
ABT3 13.12.2024
10 days ago
- Lesson with
18 slides
Anders
MBO
Studiejaar 1
ABR6 14.10.2024
October 2024
- Lesson with
36 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2