4TL 8.2 Bloed stroomt Les 1

8.2 Bloed stroomt 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

8.2 Bloed stroomt 

Slide 1 - Slide

Fotosynthese en verbranding
Weet jij hoe het werkt?
Plaats de tekst in de juiste volgorde. 

Wie durft? 

Slide 2 - Slide

Als je sport heb je meer energie nodig. Welke twee hormonen regelen het omzetten van glycogeen naar glucose?
A
hypofysehormoon en insuline
B
glucagon en insuline
C
glucagon en adrenaline
D
insuline en adrenaline

Slide 3 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt de drie soorten bloedvaten van een mens benoemen en hun kenmerken beschrijven.
  • Je kunt de belangrijkste bloedvaten in je lichaam benoemen.
  • Je kunt beschrijven langs welke route bloed door je lichaam stroomt.

Slide 4 - Slide

Bloedsomloop

Slide 5 - Mind map

Het bloedvatenstelsel
Al je bloedvaten samen vormen je bloedvatenstelsel. In de afbeelding zijn de haarvaten niet te zien. 

Meestal hebben de slagaders en de aders de naam van het orgaan waarnaar ze toegaan of waar ze vandaan komen.

Door je armslagaders stroomt bloed naar je handen toe en door je beenaders stroomt bloed uit je benen terug naar het hart.

Slide 6 - Slide

Waar krijgt de lever bloed vandaan?
1. Leverslagader
Brengt zuurstofrijk bloed naar de lever. 

2. Poortader
De poortader brengt zuurstofarm en voedingsstofrijk bloed en afvalstoffen naar de lever.

Slide 7 - Slide

bloedsomloop (bloedvaten)

Slide 8 - Slide

Slagaders
  • Bloed stroomt vanaf het hart naar de organen toe. 
  • Grootste slagader in het lichaam is de aorta.
  • Dikke gespierde wand. 
  • De meeste slagaders zijn vernoemd naar het orgaan waar ze heen gaan.

Slide 9 - Slide

Haarvaten
  • In de organen vertakken de slagaders zich in kleine dunne bloedvaatjes (haarvaten).
  • Vervoeren bloed door de organen.
  • Afgifte en opname van stoffen.
  • Bloed stroomt langzaam.

Slide 10 - Slide

Aders
  • De haarvaten komen bij elkaar in aders.
  • Aders vervoeren het bloed vanaf de organen terug naar het hart.
  • Bevatten kleppen en een dunne wand.
  • De meeste aders zijn vernoemd naar het orgaan waar ze vanaf komen.

Slide 11 - Slide

De bloedsomloop
Je gaat de weg die een bloedcel aflegt opschrijven.
Dit doe je in tweetallen. Je krijgt hier 10 min. voor
Gebruik boek blz. 109 bij deze opdracht 

Opdracht:
Er zit een bloedcel in je been en deze gaat uiteindelijk naar je lever.
Schrijf alle bloedvaten en alle onderdelen van het hart op waar deze bloedcel langskomt.

Slide 12 - Slide

De bloedsomloop
Antwoord:

been - beenader - onderste holle ader - rechterboezem - rechterkamer - longslagader - longen longader - linkerboezem - linkerkamer - aorta - leverslagader - lever

Slide 13 - Slide

Exit ticket fotosynthese en verbranding

Huiswerk
Lezen 8.2 blz. 114 t/m 120
Maken 8.2 opdracht 21 t/m 35




Slide 14 - Slide