> LET OP! Een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel (op, in, na, voor, door, van, tijdens enz.)
> LET OP 2! Niet elke zin heeft een lv.
Vb. Hij geeft zijn gasten een glas cola.
pv= (hij gaf zijn gasten... ) geeft
wwg= geeft
ow= (wie/wat geeft?) hij
lv= (wie/ wat geeft hij?) een glas cola