4.1 Opbloei en macht van de stad

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vooraf
Voor het einde van de timer, zorg je dat je klaar bent voor de les (dus niet pas als de timer voorbij is....)


Lessonup

  • Gebruik je eigen naam (smiley/emoji mag)
  • Gebruik elke keer dezelfde naam!

timer
3:00
Rules!
  • We respecteren elkaar en elkaars spullen; we laten elkaar uitspreken en behandelen elkaar met respect.
  • Je komt goed voorbereid naar de les; materiaal goed voor elkaar, ingelezen, etc.
  • Eten, drinken of naar het toilet doen we zoveel mogelijk na de les of in de pauze
  • De telefoon blijft in de tas, broekzak (o.i.d) tenzij anders wordt aangegeven.
  • We gebruiken de laptop uitsluitend voor schooldoeleinden

Slide 1 - Slide

Het systeem waarbij een horigen een deel van een domein pachten, noemen we het:...
A
Leenstelsel
B
Feodale stelsel
C
Hofstelsel

Slide 2 - Quiz

In ruil voor de veiligheid die het hofstelsel garandeerde, moesten de horigen 2 dingen doen. Welke twee zijn dit?
A
Herendiensten
B
Mee vechten in het leger van de heer
C
Pacht betalen
D
Eed van trouw zweren

Slide 3 - Quiz

Het systeem waarbij een vazal een deel land in leen krijgt van heer noemen we het:....
A
Leenstelsel
B
Feodale stelsel
C
Hofstelsel

Slide 4 - Quiz

Als een vazal een leen in ontvangst nam moest hij een een van trouw zweren waarin hij de koning met 'raad en daad' bij zou staan.

Wat zou men bedoelen met 'raad en daad'?
A
Dat ze hem in advies zullen voorzien wanneer hierom gevraagd wordt
B
Dat ze hem zullen helpen met besturen van het land
C
Dat ze in het geval van oorlog hun soldaten zullen sturen
D
Dat zij de koning om raad zullen vragen als hij langs komt

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurde er met het christendom in Europa na de val van het Romeinse rijk?
A
Het christendom verdween uit West-Europa
B
Het christendom neemt in macht toe
C
Waar het christendom al geaccepteerd was bleef het bestaan
D
De natuurgodsdiensten werden dominant in Europa

Slide 6 - Quiz

Bekeren tot het christendom gaf vorsten veel voordelen en privileges. Wat was de voornaamste reden om te bekeren?
A
Legitimering van de macht
B
Aanspraak maken op kerkelijke grond
C
Garanties om in de hemel te komen
D
Meer volgers onder het eigen volk

Slide 7 - Quiz

Visa versa leverde het de kerk ook vele voordelen op. Wat was hier niet één van.
A
Aanspraak op een deel van de belasting
B
Land en goederen als geschenk
C
Directe macht over Europese vorsten
D
Verspreiding van het christendom in Europa

Slide 8 - Quiz

In welke eeuw ontstond de Islam
A
1e eeuw n.chr
B
5e eeuw v.chr
C
7e eeuw n.chr
D
11e eeuw n.chr

Slide 9 - Quiz

In de periode voor de Islam was het Midden-Oosten:....
A
Polytheïstisch
B
Monotheïstisch

Slide 10 - Quiz

Met de terugkeer van Mohammed naar Mekka begon de Jihad (heilige strijd). Veel Arabische krijgslieden/stammen sloten zich hier bij aan. Naast een religieus motief hadden zij ook een andere motief, welke?
A
Land
B
Macht
C
Verveling
D
Buit

Slide 11 - Quiz

Binnen 30 jaar werd het hele Perzische rijk vrij gemakkelijk overgenomen. Welke reden wordt hiervoor gegeven?
A
De superieure tactieken van de Arabieren
B
De betere uitrusting van de Arabieren
C
De regio was door oorlogen verzwakt
D
De enorme cavalerie (paarden) van de Arabieren

Slide 12 - Quiz

Kort samengevat (H3)
1. Na de val van het Romeinse rijk ontwikkeld zich het leenstelsel (feodale stelsel) in Europa. Binnen dit politieke systeem geeft een Leenheer een stuk land te leen aan een trouwe vazal hij wordt hiermee een leenman. Het land blijft in theorie van de leenheer. Aangezien de voorwaarden van dit contract kunnen verschillen spreekt men van feodale verhoudingen.
2. Gelijktijdig ontwikkeld zich op het land van grootgrondbezitter het hofstelsel. Vrije boeren samen met voormalige slaven mogen een deel van het land van de heer pachten, zij mogen echter niet meer van het land af, zij worden hiermee een nieuwe groep: horigen. Tevens moeten de horigen herendiensten verrichten en moeten zij deel een van de oogst afstaan, in ruil zorgt de heer voor veiligheid.
3. Na de val van het Romeinse rijk wordt het christendom teruggedrongen, alleen op plekken waar het al gevestigd was bleef het bestaan. Op andere plekken kreeg het een andere vorm arianisme, of keerde het terug naar andere vormen van geloof. In de loop van de vroege middeleeuwen won het christendom aan grondgebied door: 1) bekeringen van koningen, 2) veroveringen van die koningen, 3) het werk van missionarissen. 
4. In de 7e eeuw ontstond in het Midden-Oosten de Islam. Mohammed wist de Arabische stammen aan zich te binden en onder het mom van de Jihad begon een periode van snelle veroveringen. Bij het Frankische rijk stokte de opmars van de Islam, mede door superieure tactieken, maar ook door interne conflicten over erfrecht na de dood van Mohammed. 

Slide 13 - Slide

Vlaanderen in 1050
  • Na het uiteenvallen van het Frankische rijk maakt Vlaanderen deel uit van West-Francië

  • Later van het Koninkrijk Frankrijk (987)

  • De lage landen op dat moment geen politieke eenheid

  • De gewesten bestaan uit zelfstandige hertogdommen/graafschappen (leenstelsel)

Slide 14 - Slide

Vlaanderen
  1. Moerasachtig en bosrijk gebied
  2. Kustgebied > veel overstromingen
  3. Veel vruchtbare grond > grote graan opbrengst

  • Door opkomst steden (Antwerpen, Gent, Brugge) neemt de vraag naar voedsel toe.

Ontwikkelingen vroege middeleeuwen:
  • Grootschalige ontginning moerasgebied / ontbossing
  • Aanleggen dijken langs de kust
  • Ontwikkeling van een nieuwe ploeg
  • Tweeslagstelsel > drieslagstelsel

  • Bevolkingsgroei maakt nieuwe ontginning noodzakelijk
situatie vroege middeleeuwen

Slide 15 - Slide

Vlaanderen
  • Door toename voedselproductie en bevolking, kon een deel van de bevolking zich op andere ambachten richten.

  • Ambachtslieden vestigen zich in nederzettingen/steden die regionale marktfunctie hadden.

  • Sinds Romeinse rijk amper gebruik meer van geld. Door opkomst van handelsnetwerken werden er weer meer munten geslagen.

  • Ontstaan van een geldeconomie (zowel in steden als op het platteland).
situatie late middeleeuwen
De monetaire economie zorgt voor nieuwe beroepen zoals de bankier. Vooral Italianen en Joden hielden zich hier mee bezig.

Slide 16 - Slide

Vlaanderen
  • Door handel en nijverheid nam de verstedelijking toe.

  • Vlaanderen ontwikkelde zich van een landbouwsamenleving naar een landbouwstedelijke samenleving.

  • Willem de Veroveraar wil hetzelfde doen in Engeland, dus....




situatie late middeleeuwen

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Willem de Veroveraar
  • Verslaat koning Harold bij de slag om Hastings en wordt de nieuwe koning van Engeland.

  • Wil net als in Vlaanderen, Engeland veranderen van een landbouwsamenleving naar een landbouwstedelijke samenleving

  • Laat nieuwe steden stichten op strategische plekken (zowel militair als economisch)

  • Laat alle eigendommen vastleggen in het domesday boek en stelt nieuwe belasting in.

  • Londen ontwikkeld zich tot handelscentrum; met name de wolexport

Slide 19 - Slide

ontwikkeling van de handel (vroeg tot late middeleeuwen)
Vroege middeleeuwen:
  • Regionale handel > boeren/ambachtslieden verkopen waren in dichtstbijzijnde steden/markten.

Late middeleeuwen:
  • Interregionale handel > handelaren uit Noord-Italië en Frankrijk verkopen hun waren op jaarmarkten

Einde middeleeuwen: 
  • Jaarmarkten nemen af, handel direct naar havensteden (zoals Brugge)

  • Handelaren spelen hierop in door zich te verenigen in koopmansgilden en Hanze verbonden

Slide 20 - Slide

Homework
Lezen: 76-77

Maken: 1, 2, 4

Slide 21 - Slide