3V H12.1-2022

12.1 eigenschappen doorgeven
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

12.1 eigenschappen doorgeven

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
  • Je weet wat de begrippen homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief inhouden. 
  • Je weet hoe je een kruisingsschema invult.
  • Je weet hoe eigenschappen overerven.
  • Je kunt het uiterlijk van nakomelingen voorspellen.
  • Je weet wat een intermediair fenotype is.

Slide 2 - Slide

Recessief

recessief gen: door dominant gen onderdrukt  komt alleen tot uiting als het
homozygoot aanwezig is

recessief gen: 
met kleine letter geschreven
Dominant

dominant gen is overheersend over een recessief gen en komt hierdoor altijd tot uiting in het fenotype

dominant gen wordt met een hoofdletter geschreven.

Slide 3 - Slide

Homozygoot 

twee van dezelfde genen voor één eigenschap.

bijvoorbeeld : BB of bb
Heterozygoot

twee verschillende genen voor één eigenschap.

bijvoorbeeld: Bb

Slide 4 - Slide

Hoe noemen we de genotypen?
Homozygoot dominant
  • 2 gelijke dominante allelen voor 1 gen/eigenschap

Homozygoot recessief
  • 2 gelijke recessieve allelen voor 1 gen/eigenschap

Heterozygoot
  • 2 verschillende allelen voor 1 gen/eigenschap

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Kruisingsschema
Bij een kruising krijgen twee ouders samen nakomelingen.

Een kruising is een overzicht van:
  • Fenotypen en genotypen van ouders
  • De allelen in de geslachtscellen
  • De mogelijke genotypen en fenotypen van de nakomelingen

Slide 7 - Slide

notatie van ouders en nakomelingen

Slide 8 - Slide

vb met genotype

Slide 9 - Slide

vb met genotype enfenotype

Slide 10 - Slide

Stappenplan
  1. Schrijf het fenotype van beide ouders op inclusief het geslacht
  2. Schrijf het genotype van beide ouders hieronder
  3. Schrijf de allelen in de geslachtscellen/gameten op
  4. Maak het kruisingsschema
  5. Schrijf onder het schema de verhouding in genotypen op
  6. Schrijf daaronder de verhouding in fenotype
1:1
bruin - wit

Slide 11 - Slide

Oefenvraag
1 bruin heterozygote hengst krijgt nakomelingen met 1 blonde merrie. 

Hoe zien de nakomelingen eruit? Geef ook de verhoudingen in het genotype en fenotype.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

intermediair fenotype: 

Slide 14 - Slide

intermediair fenotype
  • geen dominant/ geenrecessief allel 
  • beide allelen even sterk: ontstaat een tussenvorm
  • leidt tot drie verschillende fenotypen
  • notatie anders: BrBr=rode bloem/BwBw=witte/ bloem/BrBw=roze bloem

Slide 15 - Slide

vb van co-dominatie: beide allelen tot uiting
ander voorbeeld: bloedgroep AB

Slide 16 - Slide

SO vrijdag 18 feb/ huiswerk bij 12.1
lees 12.1, maak opdr 1 t/m 22
Maak van stencil 'op wie lijk jij' t/m opdracht 5 blz 15
Kijk naar filmpje "de moord" op Classroom

Slide 17 - Slide