Les 9 Kosten besparen

1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma

  1. Lesdoelen
  2. Theorie
  3. vragen
  4. opdrachtje

Slide 2 - Slide

Op welke kosten kan je besparen?

Slide 3 - Open question

Leerdoelen

Aan het eind van de les:

  • Weet je het verschil tussen efficiënt en

effectief

  • Ken je de 6 p's van de marketingmix
  • Weet je wat kostenbewust handelen is en hoe je dit doet
  • Ken je de 4 grote kostenposten in de horeca

Slide 4 - Slide

Efficiënt vs. effectief

Efficiënt = slim omgaan met je tijd en je energie


Effectief = dat je resultaat boekt met je inspanningen, dat ze effect hebben 

Slide 5 - Slide

De 6 P's (Marketingmix)
- Product
- Prijs
- Promotie
- Presentatie
- Personeel 
- Plaats

Slide 6 - Slide

Kostenbewust

Kostenbewust handelen = dat je in je denken en je doen gericht bent op een optimaal gebruik van tijd, geld en middelen.


Je bent je bewust van het budget of de begroting en houdt in de gaten dat er geen kostenoverschijding ontstaat.

Slide 7 - Slide

Kenmerken kostenbewust handelen
  1. bewust zijn van het budget/begroting en in de gaten houden dat er geen kostenoverschijding ontstaat.
  2. op een zakelijke manier kijken naar de inzet van mensen en middelen.
  3. kosten en opbrengsten tegen elkaar afwegen.
  4. zuinig omgaan met materialen en hulpmiddelen.
  5. nadenken over financiële consequenties van maatregelen, plannen en acties.
  6. continu zoeken naar nieuwe, slimme werkwijzen om kosten te besparen.

Slide 8 - Slide

Aspecten kostenbewust handelen

Inkoop:

- prijs/kwaliteit van de producten

- leverancier


Opslag:

- hoeveelheid

- verloop

Slide 9 - Slide

Kostbewust werken

Kostprijsberekeningen = er wordt berekend hoeveel het gerecht zal gaan kosten (verkoopprijs).


Nacalculatie = er wordt exact

berekend wat er is ingekocht

en daadwerkelijk verkocht.

Slide 10 - Slide

Kosten in de horeca

4 grote kostenposten:

1. inkoop

2. personeelskosten

3. overige exploitatiekosten

4. verborgen kosten

Slide 11 - Slide

Voorbeelden kosten besparen
  • Het efficiënt inzetten van personeel: werknemers doelmatig gebruiken.
  • Effectief communiceren met gasten. Geef een beleving en win iemands sympathie.
  • Zuinig omgaan met energie (gas, water en licht).
  • Regel (bulk)korting met de leverancier.
  • Zorg voor goede reclame.
  • Werk volgens een standaard receptuur.
  • Werk met stagiaires.

Slide 12 - Slide

Uitgaven die maandelijks terugkomen noem je...
A
Variabele kosten
B
Terugkerende kosten
C
Vaste kosten
D
Onvoorziene kosten

Slide 13 - Quiz

Wat zijn bedrijfskosten?
A
kosten voor een bedrijf om te blijven bestaan.
B
kosten dat je per maand betaald.
C
kosten dat je voor je medewerkers betaald.

Slide 14 - Quiz

Hoe noemen we de zes "P's" ook wel?
A
Reclameinstrumenten
B
Marketingmix
C
Marketingbeleid
D
Productdifferentiatie

Slide 15 - Quiz

Wat is geen P uit de marketingmix?
A
Product
B
Promotie
C
Pand
D
Prijs

Slide 16 - Quiz

Welke P van de marketingmix hoort bij reclame
A
personeel
B
plaats
C
product
D
promotie

Slide 17 - Quiz

Uit welke 6 P's bestaat de marketingmix.
A
Product, Plaats, Prijs, Promotie, PowerPoint, Presentatie
B
Product, Plaats, Prijs, Promotie, Personeel, Praktijk
C
Product, Plaats, Prijs, Promotie, Personeel, Presentatie
D
Product, Plaats, Prijs, Producent, Personeel, Presentatie

Slide 18 - Quiz

Hoe heet het als er exact wordt
berekend wat er is ingekocht
en daadwerkelijk verkocht?

A
Inkoop
B
Kostprijsberekeningen
C
Nacalculatie
D
Boekhouding

Slide 19 - Quiz

Werkvorm: mindmap

Maak een mindmap met

ideeën die jij hebt om kosten

te besparen. Maak hier ook

tekeningen bij.

timer
30:00

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Evaluatie leerdoelen

Aan het eind van de les:

  • Weet je het verschil tussen efficiënt en

effectief

  • Ken je de 6 p's van de marketingmix
  • Weet je wat kostenbewust handelen is en hoe je dit doet
  • Ken je de 4 grote kostenposten in de horeca

Slide 22 - Slide