Spelling

Lesdoel en agenda
In deze paragraaf leer je:
• werkwoordspelling toepassen;
• trema’s, koppeltekens en accenten gebruiken.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesdoel en agenda
In deze paragraaf leer je:
• werkwoordspelling toepassen;
• trema’s, koppeltekens en accenten gebruiken.

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:
 - je kunt een trema op de juiste manier plaatsen in een woord.
- je kunt een koppelteken op de juiste manier plaatsen in een woord

Slide 2 - Slide

Trema 
  • Verkeerde uitspraak, trema op klinker nieuwe lettergreep. 
  • Samengestelde telwoorden.
  • Géén trema, maar koppelteken in andere samenstellingen.
  • Géén trema als je het niet verkeerd uit kan spreken.

Slide 3 - Slide

Trema

Slide 4 - Slide

Uitleg; samengestelde aardrijkskundige woorden
Aardrijkskundige woorden schrijf je altijd aan elkaar 
met een koppelteken -


Bijvoorbeeld;
  • Zuid-Limburg
  • Noord-Brabant
  • Oost-Vlaanderen

Slide 5 - Slide

Koppelteken
Koppelteken:
In samenstellingen die verkeerd gelezen kunnen worden, plaatsen we een koppelteken:
zo-even, stage-uren, radio-omroep, na-apen.

Slide 6 - Slide

Mijn buurjongen heeft een autoongeluk gehad.

Moet hier een koppelteken of een trema geplaatst worden?
Waarom eigenlijk?

Slide 7 - Slide


Wel of geen koppelteken?

radiopresentator

navolgen

minirok

duobaan.

Slide 8 - Slide


Wel of geen trema?
financiele, geeerd, drieendertig.
financiële, geëerd, drieëndertig.

Slide 9 - Slide

wat is een koppelteken?
A
is een leesteken dat wordt gebruikt als scheidingsteken tussen delen van een zin
B
is een leesteken dat onderdelen van samenstellingen met elkaar verbindt.
C
is een leesteken dat wordt gebruikt om nadruk te geven aan een woord of zin
D
Geen één antwoord is juist

Slide 10 - Quiz

Opdrachten maken
Hoofdstuk 5.8 opdracht 2 tot en met 8
nakijken

Vragen?

timer
12:00

Slide 11 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 12 - Open question