3VM - di011220

Herzlich wilkommen
1 / 26
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Herzlich wilkommen

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
  • Überhören 
  • Korrigieren
  • Wiederhölung Grammatik Kapitel 2
  • Hausaufgaben

Slide 2 - Slide

Überhören

  1. de arm 
  2. de buik
  3. de rug
  4. de gezondheid
  5. de verkoudheid
  6. het oor
  7. het ziekenhuis
  8. gisteren
  9. moe
  10. ziek 
Überhören 

  1. das Gleichgewicht
  2. der Schritt
  3. fast
  4. die Herausforderung
  5. stolz
  6. klar
  7. durchschnittlich
  8. zwar 
  9. sondern
  10. zeigen 

Slide 3 - Slide

Korrigieren 
Aufgabe 38 - 43 
Seite 78

Slide 4 - Slide

Korrigieren Aufgabe 40
  1. sehr schade
  2. Leider
  3. am Freitag oder im Wochenende
  4. denn ich bin müde
  5. weil ich mich nicht wohlfühle  

Slide 5 - Slide

Korrigieren Aufgabe 41
  1. weil ich krank bin 
  2. ich habe keine Zeit 
  3. weil ich ins Bett muss
  4. denn ich morgen einen Test schreibe
  5. weil ich Schule habe
  6. denn ich Kopfschmerzen habe

Slide 6 - Slide

Korrigieren Aufgabe 42
  1. Im August
  2. Um
  3. Im
  4. Um
  5. Im
  6. Am
  7. Im
  8. Nach
  9. Von bis
  10. Am 

Slide 7 - Slide

Korrigieren Aufgabe 43
  1. Hallo
  2. Geburtstag
  3. Freitag
  4. Uhr
  5. kommt
  6. Grüße

Slide 8 - Slide

Wiederholung

Slide 9 - Slide

Grammatik - naamvallen
Ich habe ein Geschenk. 
Er gibt mir ein Geschenk. 
Er hat ein Geschenk für mich. 

Der Mann ist groß. 
Ich gebe dem Mann ein Kaffee. 
Siehst du den Mann?



Slide 10 - Slide

Geslacht van een woord
mannelijk               männlich (m)
vrouwelijk              weiblich (w)
onzijdig                   sächlich (s)
meervoud               Mehrzahl (Mz)



Slide 11 - Slide

Naamvallen
1e naamval                  onderwerp
3e naamval                  meewerkend voorwerp
4e naamval                  lijdend voorwerp



Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Naamvallen - de/het

Slide 19 - Slide

Naamvallen - een

Slide 20 - Slide

Naamvallen - persoonlijk vnw

Slide 21 - Slide

Stappenplan
  1. Vertaal de zin in het Nederlands.
  2. Ontleed de zin.
  3. Om welk schema en geslacht gaat het?




Slide 22 - Slide

Voorzetsels
Na onderstaande voorzetsels altijd 3e naamval: 
mit - mee
nach - na, naar
bei - bij
seit - sinds
von - van, door
zu - naar (bij personen)
aus - uit 



Slide 23 - Slide

Voorzetsels
Na onderstaande voorzetsels altijd 4e naamval: 
durch - door
für - voor
ohne - zonder
um - om 
bis - tot 
gegen - tegen 



Slide 24 - Slide

Stappenplan
  1. Vertaal de zin in het Nederlands.
  2. Ontleed de zin óf staat er een voorzetsel in de zin?
  3. Om welk schema en geslacht gaat het?




Slide 25 - Slide

Hausaufgaben
Freitag 4. Dezember
Formatieve toets hoofdstuk 2

blz. 88 t/m 91. Grammatica --> zie schema

Freitag 11. Dezember 
SE Hoofdstuk 1 en 2


Slide 26 - Slide