vragenuurtje grammatica 3F

losse flodders grammatica
enkele voegwoorden
lidwoorden
bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling
veelgemaakte fouten

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

losse flodders grammatica
enkele voegwoorden
lidwoorden
bijvoeglijke en bijwoordelijke bepaling
veelgemaakte fouten

Slide 1 - Slide

Voegwoorden
Vaak is een samengestelde zin aan elkaar geplakt met een voegwoord.

Het staat vaak na een komma of aan het begin van een zin.

Slide 2 - Slide

Voegwoorden
Als je een voegwoord weglaat, houd je twee zinnen over.
Een voegwoord kan aan het begin van een zin staan of in het midden. 
Bij het voegwoord EN gaat het om een opsomming
Bij het voegwoord MAAR gaat het om een tegenstelling.
Bij het voegwoord WANT gaat het om een reden.
Bij het voegwoord OF gaat het om een keuze.
Bij het voegwoord DUS gaat het om een conclusie.

Slide 3 - Slide

oefenen voegwoorden
Maak het onderdeel voegwoorden uit Taalblokken 3F. Je hoeft niet de termen nevenschikkend en onderschikkend te kennen, maar je moet wel heel goed naar de voorbeeldzinnen kijken en de opdrachten maken!

Slide 4 - Slide


 Er mocht geschaatst worden, mits het ijs voldoende dik was.  Echter, dat was nog niet gecontroleerd. 
Wat betekent ‘mits’ ?
A
Behalve als het ijs voldoende dik is
B
Alleen als het ijs voldoende dik is

Slide 5 - Quiz

Wat betekent 'mits'?

Hij zal zijn tegenspeler verslaan, mits hijzelf fit is.
A
maar niet als
B
op voorwaarde dat

Slide 6 - Quiz

voegwoorden
verwijswoorden
omdat
terwijl
ze
dat
die
hierdoor
hoewel
wat

Slide 7 - Drag question

Ik ga naar dat feest, tenzij ik haar moet thuisbrengen.
A
op voorwaarde dat
B
behalve als

Slide 8 - Quiz

Lidwoorden
Staan voor een zelfstandig naamwoord:
de - het - een

onbepaald lidwoord:
een
bepaald lidwoord:
de - het

Slide 9 - Slide

Bijwoordelijke bepaling
Bijvoeglijke bepaling
Is een zinsdeel 
Is geen zinsdeel 

Slide 10 - Drag question

Wat is waar over de bijvoeglijke bepaling? Kies de goede antwoorden.

Een bijvoeglijke bepaling...
A
is geen zinsdeel, maar een deel van een zinsdeel.
B
zegt iets over een werkwoord in een zinsdeel.
C
zegt iets over een zelfstandig naamwoord in een zinsdeel.
D
is altijd een zinsdeel.

Slide 11 - Quiz

Sleep de kern en bijvoeglijke bepaling(en) naar het juiste vak.
Zin:
znw
bijvoeglijke 
bepaling
De
dikgedrukte
woorden
noemen
we
bijvoeglijke  
bepalingen.

Slide 12 - Drag question

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
Gisteren trof ik de post van mijn oma aan in de prullenbak.
A
de post
B
post
C
van mijn oma
D
oma

Slide 13 - Quiz

Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Gisteren trof ik de post van mijn oma aan in de prullenbak.
A
de post
B
in de prullenbak
C
van mijn oma
D
prullenbak

Slide 14 - Quiz

Wat is de bijvoeglijke bepaling?
De barbecue van de buren stonk urenlang.
A
De barbecue
B
barbecue
C
van de buren
D
buren

Slide 15 - Quiz

Op de fiets was hij aan het appen.
De bijwoordelijke bepaling is
A
op de fiets
B
hij
C
was
D
aan het appen

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

aan het werk
alles afmaken van grammatica 3F

Slide 19 - Slide

aan het werk
alles afmaken van grammatica 3F

Slide 20 - Slide