In alinea 13/14/15 wordt beschreven dat mensen dezelfde kansen zouden moeten krijgen en wat ze daarna doen is hun eigen keuze. De achtergrond, op welk vlak dan ook, zou niet moeten meespelen in de uitkomsten en dat dit betekent dat er o.a. beurzen moeten zijn voor kansarme kinderen. Alleen C is hierin volledig, A,B en D beschrijven maar een
deel hiervan.
En er staat 'een dergelijk'. Zoek uit waar dit naar verwijst: naar de zin ervoor, die een samenvatting is van wat er in alinea 13/14/15 wordt bepleit.