VAKTHEORIE HORECA VOEDING EN VOEDINGSMIDDELEN INDUSTRIE
1 / 35
next
Slide 1: Slide
Consumptieve techniekMBOStudiejaar 1
This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
VAKTHEORIE HORECA VOEDING EN VOEDINGSMIDDELEN INDUSTRIE
Slide 1 - Slide
Welke voedingsmiddelen berg je als eerste op na gebruik?
A
IJsbergsla, courgette
B
Friet, IJsblokjes
C
Vlees Soep
Slide 2 - Quiz
De vastkokende aardappels worden in een fabriek machinaal verwerkt tot chips en daarna verpakt. Hoe noemen we deze manier van werken?
A
Ambachtelijke verwerking
B
Industriële verwerking
C
Duurzame verwerking
Slide 3 - Quiz
Wat betekent tgt
A
Ten minste goed tot
B
Toegelaten houdbaarheid tot
C
Totaal houdbare terugvoer
Slide 4 - Quiz
Hoe noem je de voorraad die wordt aangevuld per dag voor de werkzaamheden van die dag ?
A
IJzeren voorraad
B
Dagvoorraad
C
Voorraadopslag
Slide 5 - Quiz
Je ziet dat de stekker van de blender stuk is. Wat ga je doen?
A
Doorgeven aan je collega
B
Zelf een andere stekker erop zetten
C
Niks
Slide 6 - Quiz
Het doosje met de verse rode bessen ziet er niet meer goed uit voor garnering op het ijs. Je gebruikt deze voor een bessensaus
A
Je werkt zo niet kostenbewust en wel duurzaam door het te verwerken in een saus
B
Je werkt zo niet duurzaam, want je moet het eigenlijk weggooien.
C
Je werkt kostenbewust en duurzaam door het op te werken in een bessensaus
Slide 7 - Quiz
Wat wordt bedoeld met de werkruimte klaar maken?
A
Alles is opgeruimd, zodat je de volgende morgen er alles weer uit kan halen om te beginnen
B
Alles is uit de kast gehaald en op de bank gezet om te beginnen.
C
Alle benodigdheden staan op de goede plaats, zodat een collega meteen aan het werk kan
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste volgorde bij het maken van brood?
A
Mengen, Kneden,
Bewerken en rijzen, Bakken
B
Kneden,
Bewerken en rijzen, Mengen, Bakken
C
Kneden, Mengen Bakken, Bewerken en rijzen
Slide 9 - Quiz
Welke grondstoffen zijn hoofdgrondstoffen voor brood?
A
Bloem, zout, citroensap, water
B
Bloem, zout, gist, water
C
Bloem, suiker, boter, vanille
Slide 10 - Quiz
Wat betekent vacuum verpakken?
A
Meer lucht toevoegen aan de verpakking
B
In pekelwater verpakken
C
Lucht uit de verpakking halen
Slide 11 - Quiz
Wat is de maximale temperatuur dat een kogelbiefstuk mag hebben bij levering door de leverancier?
A
10 graden Celsius
B
7 graden Celsius
C
4 graden Celsius
Slide 12 - Quiz
Hoeveel liter is 335 ml?
A
0,335 liter
B
0,0335 liter
C
3,35 liter
Slide 13 - Quiz
Je hebt juist soep gemaakt en deze heb je laten afkoelen. Nu moet je deze portioneren, verpakken en opbergen in de koelkast
A
Datum, Land, Periode geoogst, Naam van degene die geoogst heeft
B
Datum, land van herkomst product, tijd, Naam product, Naam van degene die het gemaakt heeft
C
Datum, Naam van degene die het gemaakt heeft, Tenminste houdbaar tot
Slide 14 - Quiz
Wat betekent de afkorting HACCP
A
Hazard Aktie Controle Post
B
Hazard Analysis Critical Control Points
C
High Analysis Control Citrical Post
D
Has analisi Kritik points
Slide 15 - Quiz
Waarmee kun je het beste je snijplank en mes mee schoonmaken alvorens je deze opbergt?
A
Afwasmiddel en chloor
B
Schuurmiddel en afwasmiddel
C
Reinigingsmiddel en desinfectiemiddel
D
Jif en dreft
Slide 16 - Quiz
Wat hebben bacteriën buiten vocht nog nodig om te groeien
A
temperatuur 10-40°C, voedsel, zuurstof
B
temperatuur 10-40°C, zuurstof, water
C
temperatuur 5- 7°C
zuurstof en water
Slide 17 - Quiz
Bij welk product komt salmonellabesmetting vooral voor?
A
Bij vleessoorten zoals varkensgehakt, schnitzel en braadworst
B
Bij gevogelte zoals kip, parelhoen en maïskip, duif
C
Bij vissoorten zoals schol, tong en kabeljauw
Slide 18 - Quiz
Wat is monderen ligt dit toe met een voorbeeld ?
Slide 19 - Open question
Is het een voordeel of nadeel als je de koelkast helemaal volmaakt kijkend naar de voedselveiligheid en waarom?
Slide 20 - Mind map
Wat wordt met de vakterm “brunoise” snijden bedoeld ?
Slide 21 - Open question
Wat wordt bedoeld met placeren?
A
Het hartelijk ontvangen van de gasten
B
Het voorgaan met je gasten om naar de tafel te gaan.
C
Het veraf aanwijzen van de tafel.
Slide 22 - Quiz
welke allergieën staan hier afgebeeld
Slide 23 - Open question
Hoe noemen we het kleed dat onder het tafelkleed wordt gelegd?
Slide 24 - Slide
Noem minimaal 3 functies van de molton?
Slide 25 - Open question
Bij het serveren werk je volgens de serveervolgorde. Aan wie serveer je als eerste het gerecht?
A
Jonge dame 18 jaar oud
B
Volwassen man
C
Volwassen vrouw
Slide 26 - Quiz
Er is een doos met 12 pakken magere yoghurt afgeleverd. De THT-datum is 2 oktober 2021. Er staat nog een doos magere yoghurt in de koelkast met de THT-datum van 2 september 2021 en een doos magere yoghurt met de datum van 4 oktober 2021. Hoe ga je de pakken magere yoghurt opslaan? Welke pak zet je vooraan, welke in het midden en welke achterin de koelkast
Slide 27 - Open question
Geef 3 voorbeelden van groenten die je bewaart bij buiten de koelkast
Slide 28 - Open question
Schrijf 4 dingen op die je kunt doen om kruisbesmetting en nabesmetting te voorkomen.
Slide 29 - Open question
Welke wet ziet toe op de VWG?
Slide 30 - Open question
Welke instantie(bedrijf) ziet toe op de levensmiddelen hygiëne?