1.3A heb je geld nodig om te ruilen?

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Een overzicht van je inkomsten en uitgaven noem je ..

1. Rekening
2. Overzicht
3. Begroting
4. Reserveren

Wat is een voorbeeld van directe ruil?

1. Kleding kopen op de markt
2. Fruit ruilen tegen groente
3. Een auto kopen
4. Kleding verkopen op marktplaats

Hoe noemen we het als je iets koopt met cash geld?

1. Directe ruil, giraal geld.
2. indirecte ruil, giraal geld.
3. Directe ruil, chartaal geld.
4. Indirecte ruil, chartaal geld.

De budgetlijn gebruiken we omdat

1. deze lijn producten weergeeft
2. deze lijn alle mogelijke product-combinaties weergeeft die je maximaal kunt kopen met een bepaald budget
3. dan weet je hoeveel je kunt overhouden

M = 15x + 5y

Budgetlijn:

Je tekent een budgetlijn-grafiek wat staat er op de assen?

1. De prijs van de goederen
2. De prijs van de goederen in % van het budget
3. Hoeveel producten je kan kopen
4. Het evenwicht

M = 15x + 5y

Budgetlijn:

€ 2,50 zakgeld per week is

1. € 10,- per maand
2. € 125,- per jaar
3. € 32,50 per kwartaal

Wat bedoelen we als we zeggen dat geld fiduciair is?

1. dat het geen vals geld is
2. het vertrouwen dat geld zijn waarde blijft behouden
3. het vertrouwen dat iedereen betaalt
4. dat je hoopt dat het betalen goed gaat

Geld heeft 3 functies. Welke is NIET juist?

1. Rekenmiddel
2. Ruilmiddel
3. Vertrouwmiddel
4. Spaarmiddel

Giraal geld is // zijn:

1. munten
2. bankbiljetten
3. geld op je betaalrekening
4. chartaal geld

Wat bedoelen we met de intrinsieke waarde van geld?

1. het bedrag dat op het muntje of biljet staat
2. de waarde van het materiaal waarvan het geld gemaakt is
3. de koopkracht
4. de inflatie

Koopkracht

Je koopkracht laat zien hoeveel goederen en diensten je met je inkomen kunt kopen.

Je koopkracht is dus afhankelijk van:

- De prijzen

- Je inkomen

Van je kleedgeld (€ 50,-) geef je € 28,- uit aan kleding. Hoeveel procent van je kleedgeld is dit?

Deel van een geheel berekenen

Procenten:

  deel ÷ geheel x 100% = ...%

                   of

gedeelte ÷ totaal x 100% = ...%

Dus: €39 ÷ € 150   x 100% = 26%

Vorig jaar kreeg je € 5,- zakgeld, dit jaar krijg je € 6,30. Met hoeveel procent is je zakgeld gestegen?

Procentuele verandering:

Procentuele verandering = (nieuw - oud) ÷ oud  x 100% 

Dus: (€ 6,30 - € 5) ÷ 5   x 100% = 26%

De benzineprijs per liter is in een week tijd gestegen
van € 2,00 naar € 2,20.
Hoeveel is de dieselprijs gestegen in procenten?

1. 5,3%
2. 6,1%
3. 10%
4. 8,4%

Procentuele verandering:

Procentuele verandering = (nieuw - oud) ÷ oud  x 100% 

Dus: (€ 2,20 - € 2,00) ÷ € 2,00   x 100% = 10%

Wat voor soort ruil zie je hiernaast?

1. Directe ruil
2. Indirecte ruil
3. Girale ruil
4. Chartale ruil

Door de inflatie kan ik...

1. meer besteden
2. minder besteden

Wat voor soort ruil zie je hiernaast?

1. Directe ruil
2. Indirecte ruil
3. Koopruil
4. Inflatie

Procenten rond ik af op..

1. 1 decimaal
2. 2 decimalen
3. gehele getallen
4. 3 decimalen

Door inflatie stijgt de koopkracht van geld

1. Juist
2. Onjuist

Als je loon in procenten meer stijgt dan de prijzen, neemt je koopkracht toe.

1. Waar
2. Niet waar

Welke formule gebruik je om een verandering van de omzet in procenten uit te rekenen?

1. wat/waarvan ×100%
2. (nieuw-oud)/oud x 100%

Welke formule gebruik je om een klein bedrag van je uitgave in een percentage van je totale uitgaven uit te rekenen?

1. wat/waarvan ×100%
2. (nieuw-oud)/oud x 100%

In 2015 waren er 12 apen in de dierentuin. In 2014 waren het er 8. Wat is de groei in procenten?

1. 25%
2. 50%
3. 75%
4. 2,5 bananen