7.1 Woordenboek

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Alfabet en woordenboek

In deze les:

1. Het alfabet

2. Hoe gebruik je een woordenboek?

Het alfabet

Bij welk grondwoord zoek je het woord 'bevond' op?

1. bevind
2. bevindt
3. bevinden
4. bevonden

Waar zoek je werkwoorden op in het woordenboek?

1. ik-vorm
2. hele werkwoord
3. verleden tijd
4. voltooid deelwoord

Zet de volgende letters in alfabetische volgorde.

1. uwv
2. uvw
3. vuw
4. vwu

Wat zijn na de k de drie volgende letters in het alfabet?

1. H-I-J
2. L-M-N
3. J-I-L
4. L-M-O

Waar staan de woorden in alfabetische volgorde?

1. tijdschrift, boek, krant
2. krant, boek, tijdschrift
3. boek, tijdschrift, krant
4. boek, krant, tijdschrift

Waar staan de woorden in alfabetische volgorde?

1. koppie, koppig, koppijn
2. koppie, koppijn, koppig
3. koppig, koppie, koppijn
4. koppig, koppijn, koppie

Welk woord staat eerder in het woordenboek?

1. puber
2. puberteit

Welk woord staat eerder in het woordenboek?

1. twaalf
2. tv-uitzending
3. tv-presentator
4. tutten

Pak nu je woordenboek!

De een werkt met het papieren woordenboek.

De ander werkt met deze link: https://www.vandale.nl/opzoeken

Zoek het woord 'ligbad' op.
Welke letter staat erachter?

1. m
2. v
3. o

Zoek het woord 'dwerg' op.
Hoeveel betekenissen heeft dit woord?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Achter dwerg zie je -en staan. Waar staat het streepje voor?

1. het woord 'dwerg'
2. min
3. of
4. ook

Zonder woordenboek!

Op welke bladzijde vind je het woord 'herfst'?

1. hemel - herkauwen
2. heilloos - hemdsmouw
3. het - hilariteit
4. herkauwer - hesp

Hoeveel betekenissen heeft het woord 'herinnering'?

1. 2
2. 3
3. 4
4. 5

Zoek het woord 'springkasteel'.

Hoeveel stipjes zie je in dit woord staan?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat geven de stipjes aan?

1. waar een nieuwe lettergreep komt
2. waar je een hoofdletter zet
3. waar je in een zin een punt zet
4. waar een spatie komt

Aan de slag!

Maken opdrachten 7.1 B en C.