Wat ga je doen? Maken: opdracht 3 en 4 blz. 58 en 59. Leren: Woordenlijst H1 +H2 helemaal
Hoe ga je te werk? Je werkt in tweetallen, maar fluisterend overleggen.
Tijd: tot het einde van de les kun je hiermee aan de slag.
Uitkomst: Je kunt de vergelijking, metafoor en personificaie herkennen en begrijpen.
Klaar? Leren woordenlijst of lezen