1HA Leesvaardigheid: tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Leesvaardigheid

1. Tekstopbouw en opbouw alinea

2. Hoofdgedachte, hoofd- en bijzaken

3. Verwijswoorden

4. Studerend lezen

5. Tekstdoel informeren en amuseren

6. Tekstverbanden

7. Leespubliek

Socrative quiz

• over het algemeen: goed gedaan!

1. Tekstopbouw: inleiding, kern, slot  en het verschil tussen een tweedeling en een driedeling. 
2. Alinea: kernzin en de hoofdmededeling. 
3. Goed lezen!! Wat staat daar?? Tekst én de vraag

Tekstverbanden

1. uitleggend
2. opsommend
3. tijdsvolgorde
4. tegenstellend

tekstverband

Tekstverband

1. Schrijver maakt met tekstverbanden een logisch geheel van zinnen en alinea's.
2. Het helpt je een tekst beter te begrijpen
3. Schrijver gebruikt signaalwoorden voor tekstverband.
4. Signaalwoord geeft belletje! signaal! let op! dit is het verband 

Wat is hier het tekstverband?

1. De KNVB heeft alle wedstrijden afgelast, zoals bijvoorbeeld die van Ajax-PSV.

Ik heb twee boeken gelezen, onder andere De Brief van de Koning.

Uitleggend tekstverband

De tekst geeft extra informatie.

De tekst heeft vaak als tekstdoel: informeren.

1. Voorbeelden

2. Uitleg

Wat is hier het tekstverband?

1. Ik ga mijn proefwerk voorbereiden. Ten eerste leer ik de theorie. Daarnaast maak ik de oefeningen.

2. Toen ik mijn huiswerk af had, ging ik vervolgens een sneeuwpop maken.

3. Jan mist school, maar hij zal het niet laten merken. 

Tip: theorie op p. 60 en 144! 

Opdracht in classroom!

• Leesvaardigheid: tekstverbanden
• Jufmelis.nl/extra: tekstverbanden oefeningen
• Lesboek: lees de tekst Grenzen aan sporttaal, p. 146 en 147
• maak opdracht 14abcd
• maak opdracht 16abd