Modalverben T.T klas 3

Modalverben T.T
1 / 15
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Modalverben T.T

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is de uitgang bij Ich (zwak w.w.)

Slide 2 - Mind map

Voorkennis activeren
Wat is de uitgang bij Sie (zwak w.w.)

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat is de uitgang bij Er (zwak w.w.)

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Ziel
Ik ken de Modalverben in de t.t. en kan deze vervoegen.

Slide 5 - Slide

Leerdoel
Modalverben (S. 149 - 150)
Hiermee kun je o.a. uitdrukken dat iets mogelijk, wenselijk of  noodzakelijk  is:
möchten                                         wollen
können                                            sollen
dürfen                                              müssen
mögen
wissen

Slide 6 - Slide

Uitleg + aantekening maken
Modalverben
möchten = zou graag willen (wens) > Ich möchte gerne eine Cola
wollen = willen (wat onbeleefder, directer > Ich will ein Eis
können  = können
dürfen  = mogen, toestemming hebben
mögen = leuk vinden, lusten, mogen, aardig vinden 
wissen = weten

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Modalverben
sollen = moeten (wil van een ander, vraag naar een mening)
Was soll ich anziehen?
Er soll sich melden beim Direktor. 

müssen = moeten (noodzaak, het kan niet anders)
Ich muss morgen arbeiten.
Ich muss zur Toilette.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Modalverben (S. 149 - 150)
- Wat valt jou op aan de ich & er/sie/es/man vormen?

- Wat valt jou op aan de enkelvoudvormen & de meervoudsvormen?

Slide 9 - Slide

Check tussendoor
Modalverben
Bij alle Modalverben zijn de vormen bij ich én bij er/sie/es/man gelijk:
Ich mag

er/sie/es/man mag
ich möchte

er/sie/es/man möchte

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Modalverben
Bij de meeste Modalverben krijgen de enkelvoudsvormen een klankverandering, terwijl de meervoudsvormen lijken op het hele werkwoord:
Ich kann
du kannst
er/sie/es/man kann
wir können
ihr könnt
sie/ Sie können

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Lesafsluiting
1. Noteer voor je jezelf iets dat je bij is gebleven van deze les.
2. Vertaal de volgende zinnen:



Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Modalverben
Bekijk de pagina's 149-150 en kijk naar de rijtjes van de Modalverben, in de t.t.

Noteer 2 willekeurige rijtjes in je schrift.


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Was wisst ihr noch über die Modalverben?

Slide 14 - Mind map

Terugkoppeling, ev Braindump
Was wisst ihr noch über die letzte Stunde (Modalverben v.t.)?

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions