• het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord;
• het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord;
• leestekens: trema, apostrof, accent;
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 13 slides, with text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
4.9 Spelling
In deze paragraaf leer je:
• het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord;
• het tegenwoordig deelwoord als bijvoeglijk naamwoord;
• leestekens: trema, apostrof, accent;
Slide 1 - Slide
VD/TD als BN
Basisregels:
Met -en:
Het gebakken ei - Het aangekomen pakket
Zo kort mogelijk:
De verbrede weg - De geschatte hoeveelheid
Slide 2 - Slide
Let op!
Gebruik je een VD/TD als BN gebruik dan de regels van het BN:
Boek + mooi
Het mooie boek - Een mooi boek
Uur + gewerkt
Het gewerkte uur - Een gewerkt uur
Antwoord + ontwijkend
Het ontwijkende antwoord - Een ontwijkend antwoord
Slide 3 - Slide
Wat weet je al? Trema, apostrof, accent
Schrijf in je schrift: één woord in met trema, één met apostrof en één met accent. Denk er goed over na en schrijf ze correct op!
Slide 4 - Slide
Regels trema (1)
Bij uitspraakproblemen van woorden die geen samenstelling zijn. Trema komt dan op de twee klinker waar het uitspraakprobleem zit. Ook wel de eerste letter van de lettergreep daarna.
We doen een paar voorbeelden:
Naiviteit (na-i-vi-teit): Naïviteit
Vacuum (va-cu-um): Vacuüm
Slide 5 - Slide
Doen
Verdeel de onderstaande woorden in lettergrepen en plaats de trema, schrijf de antwoorden in je schrift:
Mozaiek
Egoisme
Vacuum
Truien
Ruine
Slide 6 - Slide
Regels trema (2)
Bij het schrijven van meervoudswoorden die eindigen op –ee of –ie is het soms anders
-ee:
Zee + ën
Twee + ën
-ie: ligt aan de klemtoon
Bacteriën
Melodieën
Slide 7 - Slide
Doen
Bepaal waar de klemtoon ligt en plaats de trema in het meervoud van deze woorden, schrijf de antwoorden in je schrift:
Kolonie
Harmonie
Olie
Natie
Braderie
Slide 8 - Slide
Regels apostrof
Hoofdregel: bij uitspraakproblemen
Weglaten een of meer letter:
's Avonds, z'n, 'm
Bezitsduiding die eindigt op s-klank/lange klinker:
Anna's, Maurice'
Na een afkorting, cijfer of afleiding:
vwo'er, A4'tje
Slide 9 - Slide
Doen
Waar staat de apostrof (of misschien juist niet), schrijf de antwoorden in je schrift: