huur en verhuur en arbeidsovereenkomst

Welke onderdeel hoort niet in de omschrijving van een huurovereenkomst
A
een zaak
B
in gebruik geven
C
tegenprestatie
D
belang
1 / 14
next
Slide 1: Quiz
RechtMBOStudiejaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Welke onderdeel hoort niet in de omschrijving van een huurovereenkomst
A
een zaak
B
in gebruik geven
C
tegenprestatie
D
belang

Slide 1 - Quiz

Wat is geen verplichting van de huurder?
A
tijdig tegenprestatie leveren
B
gedragen als goed huurder
C
toestemming vragen voor veranderingen
D
grote gebreken verhelpen

Slide 2 - Quiz

Een verhuurder moet een maand vooraf afloop huurcontract de huur opzeggen
JA
Nee

Slide 3 - Poll

Ik koop een nieuwe t.v., het is mijn bezit. De t.v. betaal ik in 12 termijnen. Dit is een vorm van;
A
koop op afbetaling
B
huurkoop
C
leasing
D
kopen

Slide 4 - Quiz

De verhuurder van een leaseauto noem je een;

Slide 5 - Open question

Wat is geen voorwaarde van de arbeidsovereenkomst
A
werknemer is verplicht arbeid te verrichten
B
Werkgever betaalt loon
C
Er is sprak van een gezagsverhouding
D
Er is een termijn benoemd

Slide 6 - Quiz

Vanaf welke leeftijd ben je bekwaam om zelfstandig een arbeidsoverenkomst aan te gaan?

Slide 7 - Open question

Wat is geen plicht van de werkgever
A
loon op tijd betalen
B
gedragen als goed werkgever
C
gezonde veilige werkomgeving
D
een vast contract geven

Slide 8 - Quiz

Waar staat de afkorting CAO voor

Slide 9 - Open question

Hoe vaak mag je een arbeidscontract voor bepaalde tijd aanbieden binnen drie jaar?
A
2 keer
B
zo vaak je wilt
C
3 keer
D
maar 1 keer, daarna vast

Slide 10 - Quiz

Een proeftijd is verplicht
ja
nee

Slide 11 - Poll

Bij een vast contract duurt een proeftijd maximaal .... maanden

Slide 12 - Open question

Je mag iemand niet ontslaan als
A
te laat komt
B
er een onoplosbaar conflict is
C
werk wordt geweigerd
D
bedrijfseconomische redenen

Slide 13 - Quiz

Wat is geen voorwaarde voor ontslag op staande voet?
A
dringende reden
B
werknemer moet de reden mededelen
C
zonder uitstel
D
drie mensen aanwezig

Slide 14 - Quiz