Thema 4 Bloedsomloop oefentoets

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Zet de voedingsmiddelen op de juiste voedingsstoffen.

Brandstoffen

Koolhydraten en vetten

Bouwstoffen

Eiwitten, vetten, water en mineralen

Beschermende stoffen

Vitaminen en mineralen

Een Big Mac bevat 2138 kJ. Hardlopen kost 29,3 kJ per minuut.

Hoeveel Big Macs moet je eten om 2 uur en 26 minuten te kunnen hardlopen?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Jan eet een bruine boterham met hagelslag. In totaal 420 kJ. Hoeveel minuten moet Jan rennen om dit te verbranden?

1. 10 minuten
2. 13 minuten
3. 14 minuten
4. 16 minuten

Hoeveel kJ energie zit in 1 gram?

1. 94,2 kJ
2. 9,42 kJ
3. 22,3 kJ
4. 2,23 kJ

Lever

Longen

Maag

Dunne darm

Dikke darm

Luchtpijp

Hart

Slokdarm

Ademhalingsstelsel

Bloedvatenstelsel

Verteringsstelsel

Wat zijn brandstoffen?

1. Stoffen die nodig zijn voor groei, ontwikkeling en herstel
2. Stoffen die worden opgeslagen in je lichaam
3. Stoffen die ervoor zorgen dat je niet ziek wordt
4. Stoffen die je energie leveren

Wat doen bouwstoffen?

1. Ze worden opgeslagen
2. Ze zijn nodig voor de groei en ontwikkeling
3. Ze leveren energie
4. Ze beschermen je lichaam

Deze voedingsstoffen zijn brandstoffen

1. Water en vitaminen
2. Koolhydraten, eiwitten en mineralen
3. Vetten, eiwitten en water
4. Alleen koolhydraten, eiwitten en vetten

Verteringssap

Voedingsstoffen die verteerd worden

Alleen zetmeel

Alleen eiwitten

Koolhydraten,

eiwitten en vetten

Koolhydraten

en eiwitten

Alvleessap

Darmsap

Maagsap

Speeksel

Spierstelsel

Bloedvatenstelsel

Ademhalingsstelsel

Verteringsstelsel

Welke organenstelsels werken samen, zodat er verbranding kan plaatsvinden?

1. Ademhalingsstelsel en bloedvatenstelsel
2. Ademhalingsstelsel en verteringsstelsel
3. Ademhalingsstelsel, bloedvatenstelsel en zenuwstelsel
4. Ademhalingsstelsel, bloedvatenstelsel en verteringsstelsel

Ademhalingsstelsel

Verteringsstelsel

Bloedvatenstelsel

Zuurstof in het lichaam brengen

Stoffen naar alle organen brengen

Voedingsstoffen kleiner maken tot glucose

Zet de orgaanstelsels op de juiste plek in het schema. 

Bloedvatenstelsel

Ademhalingstelsel

Verteringstelsel

->

-->

Koolstofdioxide

Water

Zuurstof

Glucose

Energie

Wat zit er in bloed?

1. Rode bloedcellen
2. Bloedplasma
3. Plasma en cellen
4. Een soort gele vloeistof

Bloedplasma

Rode bloedcellen

Welke stoffen worden vervoerd door het PLASMA?

1. Glucose
2. Alle voedingsstoffen
3. Vetten
4. Zuurstof

Alcohol wordt door het bloed vervoerd, door:

1. De rode bloedcellen
2. Door de witte bloedcellen
3. Door de bloedplaatjes
4. Door het bloedplasma

Welke stoffen worden vervoerd door de rode bloedcellen?

1. Glucose
2. Alle voedingsstoffen
3. CO2
4. Zuurstof

Waarom is bloed eigenlijk rood?

1. Door de CO2
2. Door de zuurstof
3. Door het plasma
4. Door de hemoglobine

Wat is de belangrijkste taak van de bloedplaatjes?

1. Vervoeren van zuurstof
2. Ziekteverwekkers doden
3. Bloed laten stollen

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?

1. Zuurstof vervoeren
2. Ziekteverwekkers doden
3. Bloed laten stollen
4. Zuurstof en koolstofdioxide vervoeren

We hebben 3 soorten bloedvaten, welke zijn dat?

1. Slagaders, haarvaten, bloedcellen
2. Slagaders, aders, hartkamers
3. Haarvaten, aders, bloedplaatjes
4. Aders, slagaders, haarvaten

In welke volgorde stroomt het bloed?

1. Slagader - haarvaten - ader
2. Haarvaten - ader - slagader
3. Ader - haarvaten - slagader
4. Slagader - ader - haarvaten

Door welk type bloedvat stroomt bloed met zuurstof?

1. Door urinebuis
2. Door de slagader
3. Door ader
4. Door slagader & haarvat

Slagaders, aders en haarvaten

1. Slagaders: dunne wand Haarvaten: dikke wand
2. Slagaders: kleppen Aders: geen kleppen
3. Slagaders: hoge bloeddruk Haarvaten: afgifte stoffen
4. Aders: dunne slappe wand Haarvaten: hoge bloeddruk

Je ziet hier 3 bloedvaten hoe heten deze?
(van links naar rechts)

1. Ader, slagader, haarvaten
2. Slagader, ader, kransader
3. Kransader, slagader, haarvat
4. Haarvat, slagader, kransader

Is dit bloedvat een ader, haarvat of slagader?

1. Slagader
2. Haarvat
3. Ader

In de afbeelding zie je slagaders, haarvaten en aders.
De stroomrichting van het bloed is met twee pijlen aangegeven.

Met welk nummer is een ader aangegeven?

1. Nummer 1
2. Nummer 2
3. Nummer 3

Waarvoor moeten de spieren veel bloed krijgen?

1. De spieren hebben CO2 en glucose nodig
2. Ze hebben zuurstof en glucose nodig
3. Ze hebben energie nodig...
4. Ze hebben CO2 en koolstofdioxide nodig

Uit hoeveel delen bestaat het hart?

1. 2
2. 3
3. 4
4. Per persoon verschillend

Sleep de onderdelen naar de juiste plek in het hart!

Rechterboezem

Rechterkamer

Linkerboezem

Linkerkamer

Longader

Aorta

Holle ader

Long slagader

Aorta

Holle ader

Longslagader

Holle ader

Rechterkamer

Rechterboezem

Linkerboezem

Linkerkamer

Eén kant van het hart is gespierder dan de andere kant, welke kant is dat?

1. Rechterkamer
2. Linkerkamer

Waarom is de linkerkamer gespierder dan de rechterkamer?

1. Omdat de linkerkamer het bloed naar de longen moet pompen
2. Omdat de linkerkamer het bloed naar de kleine bloedsomloop pompt
3. Omdat de linkerkamer het bloed naar het hele lichaam moet pompen
4. Omdat de linkerkamer het bloed naar de grote bloedsomloop pompt

Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:

1. Longslagader
2. Longader
3. Aorta
4. Holle ader

1. Nummer 9 heet hartklep
2. Nummer 9 heet halvemaanvormige klep
3. Nummer 9 heet aderklep
4. A, B en C zijn onjuist

Dankzij de halvemaanvormige kleppen, stroomt bloed niet terug in de:

1. Boezems
2. Kamers

Wat doen de kransslagaders?

1. Brengen bloed naar de longen
2. Brengen bloed naar de aders
3. Brengen bloed naar de hartkamers
4. Brengen bloed naar de hartspier

Wat is hier de kransslagader?

1. Q
2. R
3. S
4. T

Waar stroomt bloed MET zuurstof naartoe?

1. Naar de hersenen...
2. Naar de spier...
3. Naar de long...
4. Naar een plek waar energie nodig is...

Begin kleine bloedsomloop

Begin grote bloedsomloop

Zuurstofarm -

kleine bloedsomloop

Zuurstofrijk -

grote bloedsomloop

Zuurstofrijk -

kleine bloedsomloop

Zuurstofarm -

grote bloedsomloop

Kleine bloedsomloop

Lichaam

Grote bloedsomloop

Hart

Longen