Chapitre 1 3VA Bijvoeglijk NW + werkwoorden RE

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Bonjour 3VA

LessonUp; log nu in met je eigen voornaam.

 

Bonjour 3VA

Présenter

Pourquoi moi dans ta classe? 

Wat mag je van mij verwachten? 

De toets Chapitre 1?

 

J'ai quel âge?

1. 35 ans
2. 40 ans
3. 45 ans
4. 50 ans

Combien d'enfants?

1. 1 enfant
2. 2 enfants
3. 3 enfants
4. 4 enfants

Beschrijf in 3 woorden hoe klas 3VA is, wat kan ik verwachten?

Hoeveel zin hebben jullie in de Franse lessen?

😒🙁😐🙂😃

Bonjour 3VA; mijn regels

-We luisteren naar elkaar en zijn stil als de ander praat.

-Je maakt altijd je huiswerk (leer- en maakwerk). Niet gedaan; dan kom je een uur na op het Hv-plein.

-We gaan met respect met elkaar(s spullen) om.

 -Als ik je vraag om stil te gaan werken, dan doe je dat.

-ALTIJD JE BOEK A MEE + opgeladen iPad.

Le but de ce lesson

Lundi, 28 novembre

On connait:

-bijvoeglijk naamwoord

-werkwoorden op -re

Bijvoeglijk naamwoord

Wat is dat?

Waar staat het bijvoeglijk naamwoord in het Frans? 

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een persoon of een ding/zelfstandig naamwoord.

Het blonde meisje = la fille blonde

De nieuwe tablet = la nouvelle tablette

De hoge golven = les hautes vagues

Bijvoeglijk naamwoord

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een persoon of een ding/zelfstandig naamwoord.

Het blonde meisje = la fille blonde

De nieuwe tablet = la nouvelle tablette

De hoge golven = les hautes vagues

Wat valt je op??

Bijvoeglijk naamwoord

Plaats van het BNW is altijd achter het zelfstandig nw, behalve:

GRAND, BON, LARGE, BEAU

HAUT, VIEUX, JEUNE, NOUVEAU

LONG, MAUVAIS, AUTRE, JOLI

PREMIER, DERNIER, GROS, PETIT

Bijvoeglijk naamwoord

Plaats van het BNW is altijd achter het zelfstandig nw, behalve:

GRAND, BON, LARGE, BEAU

HAUT, VIEUX, JEUNE, NOUVEAU

LONG, MAUVAIS, AUTRE, JOLI

PREMIER, DERNIER, GROS, PETIT

Uit je hoofd leren!

Bijvoeglijk naamwoord

GRAND, BON, LARGE, BEAU

HAUT, VIEUX, JEUNE, NOUVEAU

LONG, MAUVAIS, AUTRE, JOLI

PREMIER, DERNIER, GROS, PETIT

KLOPT DIT?
C'EST UNE BONNE IDÉE!!

1. OUI
2. NON

KLOPT DIT?
LE MESSAGE VIEUX

1. OUI
2. NON

KLOPT DIT?
LES PETITS GENS

1. OUI
2. NON

KLOPT DIT?
J'AI UNE APPLI NOUVELLE

1. OUI
2. NON

De uitgangen

PETIT              PETITS                  PETITE            PETITES

Uitgangen

MNL enk:  ---; mon petit frère

VRL enk: --e; ma petite soeur

MNL mv: --s; mes petits frères

VRL MV: --es; mes petites soeurs

Bij woorden eindigend op een --e, komt er geen "e" bij.

C'est un magasin moderne / C'est une ville moderne 

HOE ZEG JE IN HET FRANS?
een kleine actrice

Uitgangen met een s of x (MNL)

MNL enk:  ---; mon chien est gros (NIETS ERACHTER)

MNL mv: --e; mes chiens sont gros (NIETS)

MNL enk: --s; mon pull est vieux  (NIETS)

MNL mv: --es; mon pulls sont vieux (NIETS)

Bij woorden eindigend op een --e, komt er geen "e" bij.

C'est un magasin moderne / C'est une ville moderne 

Uitgang eau, mnl mv -> eaux

Mon t-shirt est beau

Mes t-shirts sont beaux

Mon pull est nouveau

Mes pulls sont nouveaux

Hoe zeg je?
mijn mooie truien

1. mes beaux pulls
2. mes beau pulls

Uitgang F -> VE (vrl enk)

Julien est sportif

Julia est sportive

Hoe zeg je?
het sportieve meisje

1. la sportive fille
2. la fille sportif
3. la fille sportive
4. la sportif fille

Uitgang -X -> -SE (VRL ENKV)

Luc est heureux

Juliette est heureuse

Uitgangen --ON / IEN / EUX / IER

MNL ENKV:    BON.           ITALIEN.             AMOUREUX.       DERNIER

MNL MV:         BONS.        ITALIENS           AMOUREUX.        DERNIERS

VRL ENK:        BONNE.     ITALIENNE        AMOUREUSE.     DERNIÈRE

VRL MV:          BONNES.   ITALIENNES     AMOUREUSES.  DERNIÈRES

Klopt dit?
Julia et Romeo sont amoureuses

1. oui
2. non

Uitzonderingen

Nieuw: nouveau(x) /nouvelle(s)  

Oud: vieux / vieille(s)

Lang: long(s) / longue(s)

Wit: blanc(s) / blanche(s)

Mooi: beau(x) / belle(s)

Dik: gros / grosse(s)

Uit je hoofd leren!

werkwoorden op -re

Répondre

Je reponds            Nous répondons

Tu réponds            Vous répondez 

Il/elle répond        ils/elles répondent

Passé composé

Répondre

-re

+ u

J'ai répondu

Faire à papier (je, tu, ... + PC):

entendre (horen)

perdre (verliezen)

attendre (wachten)

vendre (verkopen)

Faire à papier (je, tu, ... + PC):

entendre (horen)

perdre (verliezen)

attendre (wachten)

vendre (verkopen)

Nog tijd over? BINGO!!

Faire à papier (je, tu, ... + PC):

entendre (horen)

perdre (verliezen)

attendre (wachten)

vendre (verkopen)