§6.1 Bloed

6. Transport
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

6. Transport

Slide 1 - Slide

Programma
  1. Bloed
  2. De bloedsomloop en het hart
  3. De bloedvaten
  4. Hart- en vaatziekten
  5. Weefslevloeistof en lymfe
  6. Practicum hart
  7. SE 

Slide 2 - Slide

Transport

Slide 3 - Mind map

§6.1 Bloed
Lesdoel:
  • Je kent de bestanddelen van bloed.
  • Je kent de functie(s) van deze bestanddelen.
  • Je weet hoe de verschillende bestanddelen eruit zien. 

Slide 4 - Slide

Bloed
  • Volwassen persoon heeft 5/6 liter bloed
  • vloeistof met vaste bestandelen 
  • Bloedplasma
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes

Slide 5 - Slide

Bloedplasma
  • 7% eiwitten (o.a. fibrinogeen
  • 91% water
  • opgeloste stoffen
  • Vervoer van: 
  • voedingsstoffen
  • afvalstoffen
  • hormonen
  • enzymen 
  • antistoffen
  • beetje zuurstof

Slide 6 - Slide

Rode bloedcellen
  • Geen celkern
  • Gaan na 4 maanden dood
  •  Nieuwe gevormd in het rode beenmerg
  • Vervoeren zuurstof (hemoglobine)
  • Rode kleur door hemoglobine 
  • 1 ml3 bevat ong. 5.000.000 rode bloedcellen

Slide 7 - Slide

Witte bloedcellen
  • Geen celkern
  • Geen vaste vorm
  • Maken ziekteverwekkers onschadelijk
  • 7000 witte bloedcellen in ml3 bloed
  • Gevormd in rode beenmerg

Slide 8 - Slide

Hemoglobine
  • Bevat ijzer
  • Rode beenmerg heeft ijzerzouten nodig om hemoglobine te maken
  • Bloedarmoede: 
  • te kort aan ijzerzouten
  • te kort aan rode bloedcellen
  • onvoldoende vervoer van zuurstof
  • vermoeidheid

Slide 9 - Slide

Typen witte bloedcellen
  • Bacteriën bestrijden (insluiting) 


  • Opruimen dode celresten
  • Vormen van antistoffen

Leukemie: vorm van kanker waarbij onrijpe witte bloedcellen worden gevormd. lichaam niet goed beschermd tegen infecties
  • bacterie gaat dood
  • pus/etter dode bacterie met dode witte bloedcel

Slide 10 - Slide

Bloedplaatjes
  • Geen cellen, delen van cellen
  • Geen celkern
  • 300.000 bloedplaatjes per ml3 bloed
  • Spelen een rol bij de bloedstolling 

Slide 11 - Slide

Bloedstolling
  1. Spieren in de wand van een bloedvat trekken samen
  2. Bloedplaatjes worden kleverig
  3. Er ontstaat een propje bloedplaatjes op de plaats van de wond.
  4. Hieruit komen stoffen vrij
  5. Door die stoffen wordt fibrinogeen omgezet in fibrine.
  6. Fibrine vormt een netwerk van draden op de wond
  7. Bloedcellen blijven hangen.
  8. Een bloedstolsel sluit de wond af
Trombose: Wanneer bloed stolt in een bloedvat, terwijl deze niet beschadigd is.

Slide 12 - Slide