3aha Brug Grammatica Zinsdelen

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

1. Vind de persoonsvorm (pv)
  • Twee manieren.
  • Is de persoonvorm een zinsdeel?

Slide 2 - Slide

2. Doe de zinsdeelproef
  • Welke woorden kun je samen voor de pv plaatsen?
  • Zet streepjes

Slide 3 - Slide

3. Zoek het onderwerp
  • Wie/wat + pv
  • Verander de pv van getal (enkelvoud/meervoud) 

Slide 4 - Slide

4. Benoem het werkwoordelijk gezegde (wg)
  • Alle werkwoorden in de zin die met de pv een logisch geheel vormen.

Slide 5 - Slide

5. Vind het lijdend voorwerp (lv)
  • Wie/wat + wg + ow.

Slide 6 - Slide

6. Vind het meewerkend voorwerp (mv)
  • Aan/voor wie + wg + ow + lv.
  • Kun je 'aan/voor wie' weglaten of toevoegen? Dan heb je een mv.

Slide 7 - Slide

7. Zijn er ook bijwoordelijke bepalingen? (bwb)
  • Waar? Wanneer? Waarom?
Waarheen? Waardoor? Hoe?

Slide 8 - Slide

Julia loopt via het huis van haar vriendin naar de supermarkt.

Slide 9 - Slide

De kleurrijke Schot Peter Wright heeft het WK-darts voor de tweede keer gewonnen.

Slide 10 - Slide