What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
26-9 pratiquer verbes
1 / 36
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
36 slides
, with
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Programme
récapitulation
nakijken le bilan
voorbereiden toets
Le programme d'aujourd'hui:
la présentation
répéter les verbes pronominaux
répéter et exercices comment faire une phrase
finir les exercices verbes
pratiquer les verbes avec Verbuga
Les derniers 10 minutes je donne les signatures
Le but: à la fin de ce cours:
je sais comment utiliser et conjuguer les verbes pronominaux
je sais comment faire une phrase
je sais utiliser les verbes être, avoir, faire, aller, pouvoir, vouloir
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Les verbes pronominaux
se
laver
se
dépêcher
se
réveiller
Het wederkerend werkwoord bestaat uit
2 delen
(voor nu):
1) wederkerigheid
("se")
2) regelmatig werkwoord op -er
Hoe vervoeg je dit nou?
Tekst
Slide 5 - Slide
Les verbes pronominaux
1) Regelmatig werkwoord op -er.
Hoe vervoeg je dit nou?
Slide 6 - Slide
Les verbes pronominaux
1) Regelmatig werkwoord op -er.
Hele werkwoord
-er
is de
stam.
Daar plak je de
juiste uitgangen
achter:
ACHETER
--> -ER =
ACHET
+ uitgangen
-e
-es
-e
-ons
-ez
-ent
Slide 7 - Slide
Les verbes pronominaux
Slide 8 - Slide
Les verbes pronominaux
2) wederkerigheid --> wederkerende voornaamwoorden
Welke zijn dat?
je -- >
me
nous-->
nous
tu -->
te
vous -->
vous
il/elle/on -->
se
ils/ells-->
se
De wederkerende voornaamwoorden komen VOOR de persoonsvorm
Slide 9 - Slide
Les verbes pronominaux
Stappen:
1. Kijk naar het persoonlijk voornaamwoord (welke persoon?) en vervoeg het werkwoord op -er.
2. Zet het juiste wederkerend werkwoord (me, te, se etc) vóór de persoonsvorm (of het hele werkwoord als dat in de zin staat).
3. Klaar
Slide 10 - Slide
Les verbes pronominaux
Ik sta op :
____________________________________________
Wij staan op :
_____________________________________________
me
te
se
nous
vous
se
Slide 11 - Slide
pratiquer ensemble
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
www.scribd.com
Slide 14 - Link
Les verbes pronominaux au passé composé
Bestaat dus ook weer uit 2 delen:
1) regelmatig werkwoord op -er
2) wederkerigheid ("se")
Hoe maak je de passé composé ook al weer?
Slide 15 - Slide
Les verbes pronominaux au passé composé
passé composé:
Vb ik heb gegeten ik ben geweest
hulpwerkwoord
+
voltooid deelwoord.
hulpwerkwoord voltooid deelwoord
hulpwerkwoord voltooid deelwoord
Slide 16 - Slide
Les verbes pronominaux au passé composé
Hoe maak je ook alweer het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord op -er?
Hele werkwoord -er is de stam.
Daar plak je een
é
achter
ACHETER --> -ER = ACHET + É = ACHETÉ
Slide 17 - Slide
Les verbes pronominaux au passé composé
ATTENTION!!
Les verbes pronominaux in de passé composé worden ALTIJD vervoegd met het hulpwerkwoord être.
Slide 18 - Slide
Les verbes pronominaux au passé composé
Als het hulpwerkwoord
être
is, kan het voltooid deelwoord extra letters krijgen:
mnl ev
-
Je suis allé
Tu es allé
Il est allé
vrl ev
+e
Elle est allé
e
mnl mv
+s
Nous sommes allé
s
Vous êtes allé
s
Ils sont allé
s
vrl mv
+es
Elles sont allé
es
Dus dezelfde extra letters als bij het bijvoeglijk naamwoord!
Slide 19 - Slide
Les verbes pronominaux au passé composé
Het wederkerend voornaamwoord zet je VOOR het eerste werkwoord in de zin.
De stappen:
1) Bepaal de juiste vorm van het hulpwerkwoord o.b.v. het persoonlijk voornaamwoord
2) maak het voltooid deelwoord, let op de -e, -s, -es erachter!
3) plaats het wederkerend voornaamwoord vóór de persoonsvorm.
Slide 20 - Slide
Les verbes pronominaux au passé composé
Bijvoorbeeld: jij
bent
vroeg opgestaan
1) Bepaal de juiste vorm van het hulpwerkwoord o.b.v. het persoonlijk
voornaamwoord -->
JIJ = TU, dus
tu ES
2) maak het voltooid deelwoord, let op de -e, -s, -es erachter!
Opstaan = se lever, voltooid deelwoord is dus LEVÉ (lever -er + é)
3) plaats het wederkerend voornaamwoord vóór de persoonsvorm:
TU T'ES LEVÉ
(en als "tu"vrouwelijk is wordt het LEVÉ
E
)
Slide 21 - Slide
ATTENTION!!
Présent
Passé composé
Slide 22 - Slide
pratiquer
Slide 23 - Slide
frans.daltonvoorburg.nl
Slide 24 - Link
Les verbes pronominaux au passé composé
Slide 25 - Slide
studylibfr.com
Slide 26 - Link
www.liveworksheets.com
Slide 27 - Link
les phrases dans le bon ordre
Fais exercice C7 dans Frans Lokaal
Slide 28 - Slide
fr.islcollective.com
Slide 29 - Link
pratiquer les verbes aller, vouloir, pouvoir
Slide 30 - Slide
www.liveworksheets.com
Slide 31 - Link
www.liveworksheets.com
Slide 32 - Link
www.liveworksheets.com
Slide 33 - Link
www.liveworksheets.com
Slide 34 - Link
FINI??
Ga naar
verbuga
om de behandelde werkwoorden te oefenen:
être/avoir/faire/aller/pouvoir/vouloir/les verbes pronominaux.
https://www.verbuga.eu/Mise/Mise.html
LET OP: ALLEEN de PRÉSENT!!
Slide 35 - Slide
le prochains cours:
SO verbes
Slide 36 - Slide
More lessons like this
les verbes pronominaux chapitre 1 Grammaire A
February 2024
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Les verbes pronominaux
August 2022
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
H2: révision des verbes pronominaux
March 2022
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
les verbes pronominaux
August 2023
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3,4
T37 - Les verbes pronominaux
September 2023
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
les verbes pronominaux
October 2024
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3,4
2022-09-19 4VWO verbes pronominaux
September 2022
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
les verbes pronominaux
September 2024
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3,4